3.5 Invoerbron voor sub- selecteren
1.
Markeer SUB-INGANGSBRON in het
OVERLAPPEN menu met de ▲/▼ knoppen
en druk vervolgens op de ► knop om de SUB-
INGANGSBRON dialoog te tonen.
2.
Gebruik de ▲/▼ knoppen in de dialoog om HOOFDEENHEID VOLGEN of
VAST (COMPUTER IN 1) te markeren.
HOOFDEENHEID VOLGEN: Stelt de invoerbron in op de subprojector op
dezelfde poort als de hoofd-.
VAST (COMPUTER IN 1): Stelt de invoerbron op de subprojector in op de
COMPUTER IN1 poort, die verbonden is met de MONITOR OUT poort op de
hoofdprojector.
3.
Druk op de ◄ knop om terug te gaan naar het vorige menu of druk op de ►
knop om de instelling te voltooien. ( 23 )
• Als VAST (COMPUTER IN 1) is geselecteerd, kan de COMPUTER IN1
N.B.
of de IN2 poort worden geselecteerd als invoerbron van de hoofdprojector. Als
de COMPUTER of VIDEO knop op de afstandsbediening of de INPUT knop op
de projector wordt ingedrukt zal de HOOFDINGANGSBRON dialoog worden
getoond op het scherm. Selecteer COMPUTER IN 1 of COMPUTER IN 2 met
de ▲/▼ knoppen.
• Als VAST (COMPUTER IN 1) is geselecteerd dient de COMPUTER IN1
poort op de subprojector met een computerkabel te worden verbonden met de
MONITOR OUT poort op de hoofdprojector. Het beeld van de geselecteerde
poort is afkomstig van de MONITOR OUT poort van de hoofdprojector en gaat
naar de COMPUTER IN1 poort van de subprojector. De MONITOR UITGANG
instelling van de hoofdprojector is uitgeschakeld indien VAST (COMPUTER IN
1) is geselecteerd.
• Indien VAST (COMPUTER IN 1) is geselecteerd kunnen videosignalen
worden ingevoerd in de COMPUTER IN1 of IN2 poort van de hoofdprojector.
Stel de poort voor de invoer van het videosignaal in het COMPUTER-IN menu
in en stel het videoformaat in het VIDEO FORMAT menu in. Raadpleeg
afbeelding van hoofd- naar sub- brengen
naar sub- brengen - Videosignaal (component of
(Gebruikershandleiding
OVERLAPPEN menu-instellingen
→
INSTELLING
( 28 ) en
Een afbeelding van hoofd-
video). ( 32 )
22
menu)
Een