en 40°C.
-
Bewaar accu's nooit in omgevingen met een temperatuur
boven 40°C.
-
Veroorzaak nooit kortsluiting tussen de contacten van de
accu's en verbind ze niet met metalen voorwerpen.
-
Let er bij het vervoer van accu's op dat de contacten
onderling geen verbinding maken en gebruik geen
metalen houders voor het transport.
-
Door kortsluiting van de accu kan een explosie ontstaan.
In ieder geval is kortsluiting schadelijk voor de accu.
-
Controleer regelmatig of de kabel van de accuoplader
beschadigd is. Als de kabel beschadigd is, moet de
accuoplader worden vervangen.
-
Laad accu's helemaal op voordat u ze opbergt voor het
winterseizoen.
-
De accu mag alleen worden opgeladen met accuopladers
conform EN 60335-2-29/A11.
4. MONTAGE VAN DE MACHINE
LET OP! Let bijzonder goed op bij het monteren van de
componenten, om de veiligheid en efficiëntie van de
machine niet aan te tasten; neem bij twijfel contact op met
uw erkende assistentiecentrum.
LET OP! Het uitpakken en het afmaken van de montage
moet op een vlakke en stevige ondergrond plaatsvinden,
met voldoende ruimte voor de verplaatsing van de
machine en de verpakkingsmaterialen. Maak hierbij
bovendien altijd gebruik van geschikte gereedschappen.
Het verpakkingsmateriaal moet volgens de plaatselijk geldende
voorschriften worden verwerkt.
Om veiligheidsredenen en voor het transport wordt de
lithiumionen-accu (indien geleverd) apart van de machine, en
gedeeltelijk opgeladen, geleverd. Voordat de machine wordt
gebruikt, moet de accu worden opgeladen op de manier die
beschreven is in het hoofdstuk "Opladen van de accu".
OPMERKING - De afbeeldingen waarnaar verwezen wordt
in de tekst bevinden zich op pag.4 e.v. in deze handleiding.
4.1 MONTAGE VAN DE VOORSTE HANDGREEP
(Fig. 1)
-
Verzeker u ervan dat de accu NIET in zijn behuizing zit.
-
Steek de voorste handgreep (A) op de transmissiebuis (B),
met de zitting (C) van de schroef (D) naar de linker kant
gericht.
-
Steek de schroef (D) erin en schroef de knop (E) met de
moer (F) vast.
-
Verschuif voordat u de knop (E) vastdraait de handgreep
(A) vooruit of achteruit in de meest ergonomische positie
voor de gebruiker.
4.2 MONTAGE VAN DE
VEILIGHEIDSBESCHERMING (Fig.2)
LET OP! De bescherming moet goed worden
gemonteerd om de veiligheidseisen en de juiste positie van
het draadmes in acht te nemen.
Bevestig de bescherming (A) met de 2 schroeven (B) in een
positie die veilig werken mogelijk maakt.
5. VOORBEREIDING OP HET WERK
5.1 CONTROLE VAN DE MACHINE
LET OP! Verzeker u ervan dat de accu niet in zijn
behuizing zit.
Voordat u begint te werken is het volgende nodig:
-
controleer of de schakelaarhendel en de veiligheidshendel
vrij kunnen bewegen, zonder forceren, en of ze
automatisch en snel in neutrale stand terugkeren als ze
worden losgelaten;
-
controleer of de schakelaarhendel geblokkeerd blijft als de
veiligheidshendel niet wordt ingedrukt;
-
controleer of de koelluchtdoorlaten niet verstopt zijn;
-
controleer of de handgrepen en beschermingen van de
machine schoon en droog zijn, goed gemonteerd en stevig
aan de machine bevestigd;
-
controleer of de maaiwerktuigen en beschermingen niet
beschadigd zijn;
-
controleer of de machine geen tekenen van slijtage of
beschadiging vertoont door stoten of andere oorzaken, en
verricht de nodige reparaties;
-
controleer of de accu in goede conditie is en geen tekenen
van beschadiging vertoont. Gebruik de machine niet met
een beschadigde of versleten accu;
-
volg voor het opladen de aanwijzingen in het hoofdstuk
"Opladen van de accu".
5.2 CONTROLE VAN DE TOESTAND VAN DE ACCU (Fig.3)
Om de oplaadtoestand van de accu (A) na te gaan, drukt op het
knopje (B) dat 4 leds (C) activeert. De betekenis hiervan is als
volgt:
4 leds branden = Autonomie = 4/4
3 leds branden = Autonomie = 3/4
2 leds branden = Autonomie = 2/4
1 led brandt = Autonomie = 1/4
1 knipperende led = lege batterij
4 knipperende leds = te hoge temperatuur
5.3 OPLADEN VAN DE ACCU (Fig.4)
VOORZICHTIG: Verzeker u ervan dat de netspanning van het
stopcontact overeenkomt met de spanning die staat
aangegeven op het etiket van de accuoplader.
Om de accu (A) uit de machine te verwijderen, druk op de twee
knoppen (B) en haal de accu (A) weg.
Om de accu op te laden:
-
sluit de accuoplader (C) aan op een stopcontact; de
aanwezigheid van spanning wordt gesignaleerd doordat
het rode lampje (D) brandt.
-
plaats de accu (A) in de zitting van de accuoplader (C) door
hem helemaal naar binnen te duwen. Het opladen van een
geheel lege accu duurt ongeveer 113 minuten (2,5 Ah) en
225 minuten (5 Ah).
NL
9