REMKO Serie PG-T (S-LINE)
Diagnose van de
storingsoorzaak
Na een niet-veranderlijke storingsuit-
schakeling brandt het rode signaallamp-
je. In deze toestand kan de visuele diag-
nose van de storingsoorzaak volgens de
storingscodetabel worden geactiveerd
door de ontgrendelingsknop gedurende
Knippercode rood
van de signaallamp
2 x knipperen
3 x knipperen
4 x knipperen
5 x knipperen
6 x knipperen
7 x knipperen
8 x knipperen
9 x knipperen
10 x knipperen
14 x knipperen
16
ten minste > 3 seconden in te drukken.
Door nogmaals gedurende ten minste >
3 seconden op de ontgrendelingsknop
te drukken, wordt de interface-diagnose
geactiveerd. Als de interface-diagnose
onvoorzien is geactiveerd, wat wordt
aangegeven door het zwakke, rood
Storingscodetabel
Alarm op
Mogelijke oorzaak
klem 10
Geen vlamvorming aan het einde van de veiligheidstijd (TSA)
- defecte of verontreinigde brandstofkleppen
AAN
- defecte of verontreinigde vlamsensor
- slechte afstelling van de brander, geen brandstof
- defecte ontstekingsinrichting
Fout luchtdruksensor - uitvallen van de luchtdruk na het verstrijken van
de vooraf ingestelde tijd (t10)
AAN
- Luchtdruksensor vastgelast in rustpositie - fout bij dichtheidscontrole
(alleen in combinatie met LDU11...)
AAN
Extern licht bij het starten van de brander
Tijdbewaking luchtdruksensor
AAN
- Luchtdruksensor vastgelast in werkpositie
AAN
Vrij
Vlambreuk tijdens bedrijf te frequent (herhalingsbegrenzing)
- defecte of verontreinigde brandstofkleppen
AAN
- defecte of verontreinigde vlamsensor
- slechte afstelling van de brander
AAN
Vrij
AAN
Vrij
UIT
Bedradingsfout of interne fout, uitgangscontacten, overige fouten
AAN
CPI-contact niet gesloten
knipperende licht van de signaallamp,
kan deze weer worden uitgeschakeld
door de ontgrendelingsknop nogmaals
gedurende ten minste > 3 seconden in
te drukken. Het juiste omschakelmo-
ment wordt aangegeven met een gele
lichtimpuls.