Aansluiten op een voedingsbron
Plaats de batterij zoals aangegeven
- Als de camera niet wordt ingeschakeld
nadat u batterijen hebt geplaatst,
controleert u of de batterijen correct
zijn geïnstalleerd (plus- en minpool).
- Druk als het afdekklepje van het
batterijvak is geopend het klepje
niet met geweld op het batterijvak.
Dit kan leiden tot schade aan het
afdekklepje van het batterijvak.
Er zijn 4 indicatoren voor de toestand van de batterij; ze worden
getoond op het LCD-scherm.
Indicator voor
batterijstatus
De batterij is
Batterijstatus
volledig
opgeladen
Als u de camera en de batterij gebruikt op een plaats waar het extreem
koud of heet is, kan de batterijstatus op het LCD-scherm verschillen van
de werkelijke batterijstatus.
14
Batterij bijna
Batterij bijna
leeg
leeg
(Houd nieuwe
(Houd nieuwe
batterij gereed)
batterij gereed)
De geheugenkaart insteken
Plaats de geheugenkaart zoals afgebeeld.
- Schakel de camera uit voordat u
de geheugenkaart plaatst.
- Zorg dat de voorzijde van de
geheugenkaart is gericht op de
achterzijde van de camera (LCD-
scherm) en de kaartpinnen op de
voorzijde van de camera (lens).
- Steek de geheugenkaart niet in de
verkeerde richting in. Als u dit doet
kan de ingang voor de geheugen-
kaart beschadigd raken.
Batterij leeg.
(Opnieuw
opladen of een
reservebatterij
gebruiken)