Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Wireless Lan-Internettoegangspunt Definiëren; Geavanceerde Instellingen Voor Een Wireless Lan-Internettoegangspunt; Wireless Lan; Kabelverbinding - Nokia E61 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

C o n n e c t i v i t e i t
Een wireless LAN-internettoegangspunt definiëren
1. Selecteer
Menu
Instrum.
>
2. Selecteer
Opties
Nieuw
>
toegangspunt, selecteert u
gebr..
3. Definieer de volgende instellingen:
Naam verbinding
— Voer een beschrijvende naam in voor de verbinding.
Drager gegevens
— Selecteer
WLAN-netwerknaam
naam waarmee het specifieke wireless LAN wordt aangeduid. Als u het netwerk wilt kiezen uit de wireless LAN's in het
bereik, selecteert u
Netwerkstatus
— Selecteer
Openbaar
als dat niet het geval is.
WLAN-netwerkmodus
communiceren via een wireless LAN-toegangspunt. Als u
verzenden naar en ontvangen van elkaar en is er geen wireless LAN-toegangspunt vereist.
WLAN-beveil.modus
toegangspunt. Als u WEP (Wired Equivalent Privacy), 802.1x of WPA2 (Wi-Fi Protected Access) selecteert, moet u ook de
betreffende extra instellingen configureren.
WLAN-beveil.instell.
Homepage
— Geef het webadres op van de pagina die u in het display wilt weergeven wanneer u dit toegangspunt
gebruikt.
De instellingen die gewijzigd kunnen worden, kunnen verschillen.

Geavanceerde instellingen voor een wireless LAN-internettoegangspunt

Selecteer
Menu
Instrum.
>
Nadat u de basisinstellingen voor het wireless LAN-internettoegangspunt hebt gedefinieerd, selecteert u
instell.
en definieert u de volgende geavanceerde instellingen:
IPv4-instellingen
— Voer het IP-adres en naamserveradres van het apparaat in voor het IPv4-internetprotocol.
IPv6-instellingen
— Selecteer de naamserveradressen voor het IPv6-internetprotocol of selecteer deze.
Ad-hoc kanaal
— Als de geselecteerde netwerkmodus 'ad-hoc' is, selecteert u
kanaalnummer in te voeren (1-11).
Proxy-serveradres
— Voer het adres van de proxyserver in.
Proxy-poortnummer
— Voer het poortnummer van de proxyserver in.
De instellingen die gewijzigd kunnen worden, kunnen verschillen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie.

Wireless LAN

Selecteer
Menu
Instrum.
>
Als uw apparaat de beschikbaarheid van wireless LAN moet weergeven, selecteert u
Tip: U kunt ook zoeken naar netwerken binnen het bereik.
Als u voor uw apparaat het MAC-adres voor een WLAN-router moet configureren, voert u *#62209526# in op het toetsenbord
van het apparaat. Het MAC-adres wordt in het display weergegeven.

Kabelverbinding

Installeer het stuurprogramma voor de USB-gegevenskabel op de pc voordat u een kabelverbinding gebruikt. U kunt
Gegevensoverdracht
gebruiken zonder de stuurprogramma's voor de USB-gegevenskabel te installeren.
Selecteer
Menu
Connect.
>
Met behulp van een USB-gegevenskabel kunt u het apparaat aansluiten op een compatibele pc. Sluit de USB-gegevenskabel aan
op de onderzijde van het apparaat. Als u het apparaattype wilt wijzigen dat u normaliter met de gegevenskabel op uw apparaat
aansluit, drukt u op de joystick.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Vragen bij verbinding
apparaat aansluit.
PC Suite
— Gebruik de gegevenskabel om het apparaat te verbinden met PC Suite en gebruik het apparaat als modem.
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
Instell.
Verbinding
>
>
toegangspunt. Als u een bestaand toegangspunt wilt gebruiken als basis voor een nieuw
Huidige inst.
gebruik.. Als u wilt beginnen met leeg toegangspunt, selecteert u
Wireless
LAN.
— Als u de SSID (Service Set Identifier) wilt invoeren, selecteert u
Netw.namen
zken.
Verborgen
als het netwerk waarmee u verbinding maakt, verborgen is, of selecteer
— Als u
Infrastructuur
— U moet dezelfde beveiligingsmodus selecteren die wordt gebruikt in het wireless LAN-
— Bewerk de beveiligingsinstellingen voor de geselecteerde WLAN-beveil.modus.
Instell.
Verbinding
>
>
Instell.
Verbinding
>
>
> Gegev.kabel.
— Selecteer of u altijd naar het apparaattype wilt worden gevraagd zodra u de gegevenskabel op het
> Toegangspunten.
selecteert, kunnen apparaten met elkaar en met vaste LAN-apparaten
Ad-hoc
selecteert, kunnen apparaten rechtstreeks gegevens
> Toegangspunten.
Wireless
LAN.
>
48
Handmatig
opgeven. De SSID is de
Dr gebr. gedefinieerd
om handmatig een
Beschikbrhd
tonen.
Standaardinst.
Opties
Geavanc.
>

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave