Papierstoringen verhelpen
7
Installeer de beeldverwerkingseenheid door de pijlen aan de zijkant van de eenheid uit te lijnen met de pijlen op
de rails aan binnenkant van de printer en plaats de eenheid in de printer.
8
Installeer de tonercartridge door de pijlen aan de zijkant van de cartridge uit te lijnen met de pijlen op de rails aan
binnenkant van de printer en plaats de cartridge in de printer.
9
Sluit de voorklep.
10
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
printermodellen zonder aanraakscherm selecteert u Volgende >
.
om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Voor
>, verhelpt u de storing en drukt u op OK >
184