Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Witbalans
Ê De persoonlijke witbalans gebruiken
Witbalans instellingen kunnen licht variëren afhankelijk van de op-
nameomgeving. U kunt de meest geschikte witbalansinstelling kiezen
voor een bepaalde opnameomgeving door de persoonlijke witbalans in
te stellen.
1. Kies het menu AANGEPAST (Å) van
de witbalans en plaats een vel wit papier
voor de camera, zodat het LCD scherm
uitsluitend de kleur wit laat zien.
2. MENU/OK knop
: kiest de vorige
aangepaste witba-
lans.
Sluiterknop
: slaat de nieuwe
aangepaste witbalans op.
- De waarde voor de aangepaste witbalans wordt toegepast vanaf de
volgende opname die u maakt.
- De door de gebruiker geconfi gureerde witbalans blijft actief totdat deze
wordt overschreven.

Belichtingscorrectie

Deze camera past de belichting automatisch aan de situatie van het om-
gevingslicht aan.
U kunt de belichtingswaarde ook met de knop Fn kiezen.
Ê Belichtingscorrectie
1. Druk op de knop Fn en gebruik vervolgens de knoppen OMHOOG en
2. Gebruik de knoppen LINKS en RECHTS om
Wit papier
3. Druk de knop Fn nogmaals in. De waarde
Ä Een negatieve belichtingscorrectiewaarde vermindert de belichting. Let
OMLAAG om het pictogram voor de belichtingscorrectie te kiezen.( Â ).
De menubalk voor de belichtingscorrectie
wordt weergegeven, zoals hiernaast te zien
is.
de gewenste factor voor belichtingscorrectie
in te stellen.
die u instelt wordt opgeslagen en de instel-
lingsmodus belichtingscorrectie sluit. Als u de
belichtingswaarde wijzigt, wordt het belichtingslampje ( Â ) weerge-
geven aan de onderzijde van het LCD scherm.
erop dat een positieve belichtingscorrectiewaarde de belichting verhoogt
en dat het LCD scherm wit zal zijn, of dat u geen goede foto's krijgt.
BELICHTINGSWAARDE
OPNEMEN_
[43]

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave