FAQ
Controleer het volgende als de USB-aansluiting niet (goed) werkt.
Situatie 1 De USB kabel is niet verbonden of het is niet de meege-
leverde USB kabel.
à Sluit de meegeleverde USB kabel aan.
Situatie 2 De camera wordt niet door uw PC herkend.
Soms kan de camera verschijnen onder [Onbekende
apparaten] in Apparaatbeheer.
à Installeer het besturingsprogramma van de camera op de
juiste manier.
Schakel de camera uit, verwijder de USB kabel, stop de
USB kabel er weer in, en zet vervolgens de camera aan.
Situatie 3 Er doet zich een onverwachte fout voor tijdens de
overdracht van het bestand.
à Schakel de camera uit en weer aan. Verplaats het
bestand nogmaals.
Situatie 4 Wanneer u een USB hub gebruikt.
à Er kan een probleem zijn bij het aansluiten van de
camera op de PC vanwege een USB hub als de PC
en de hub niet compatibel zijn. Sluit zo mogelijk de
camera rechtstreeks aan op de PC.
Situatie 5 Zijn er andere USB kabels aangesloten op de PC?
à Er treedt mogelijk een storing op in de camera als
deze wordt aangesloten op de PC terwijl tegelijker-
tijd een andere USB kabel is aangesloten. In dat
geval koppelt u de andere USB kabel los en sluit u
slechts één USB kabel aan op de camera.
[104] _ SOFTWARE
Situatie 6 Wanneer ik het Apparaatbeheer open (door te klikken
Ã
op Start
(Instellingen)
(Prestaties en Onderhoud)
Ã
Apparaatbeheer), staan er Onbekende Apparaten of
Overige Apparaten vermeld met een geel vraagteken (?)
ernaast of apparaten met een uitroepteken (!) ernaast.
à Klik met de rechter muistoets op het apparaat met
een vraagteken (?) of uitroepteken (!) en kies
"Verwijderen". Start de PC opnieuw op en sluit de
camera nogmaals aan. Bij een PC met Windows 98
verwijdert u tevens het camera besturingsprogram-
ma, start u de PC opnieuw op, en installeert u het
camera besturingsprogramma vervolgens opnieuw.
Situatie 7 Bij sommige beveiligingsprogramma's (Norton Anti
Virus, V3, enz.) kan het zijn dat de computer de camera
niet als verwisselbare schijf herkent.
à Stop de beveiligingsprogramma's en sluit de
camera op de computer aan. Zie de instructies van
het beveiligingsprogramma omtrent hoe u het
programma tijdelijk kunt stopzetten.
Situatie 8 De camera is verbonden met de USB poort die zich aan
de voorzijde van de computer bevindt.
à Als de camera is verbonden met de USB-poort die
zich aan de voorzijde van de computer bevindt,
is het mogelijk dat de computer de camera niet
herkent. Sluit de camera aan op de USB-poort aan
de achterzijde van de computer.
Ã
Ã
Configuratiescherm
Ã
Systeem
Ã
(Hardware)