1.
Druk op de aan-uitknop om de printer uit te
schakelen en haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Open het deksel van de scanner.
3.
Reinig de scannerglasplaat en de stroken voor
documentinvoer met een zachte doek of spons die
is bevochtigd met een niet-agressief
reinigingsmiddel.
VOORZICHTIG:
aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of
tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer
omdat deze de printer kunnen beschadigen. Plaats
geen vloeistof direct op de glasplaat of achterplaat.
Ze kunnen in de printer lekken en deze
beschadigen.
OPMERKING:
Als u problemen hebt met stroken
op kopieën wanneer u de documenttoevoer
gebruikt, maak dan de kleine glasstrook aan de
linkerkant van de scanner schoon.
252 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Gebruik geen schuurmiddelen,
NLWW