6
Duw stevig op de tonercartridge totdat de
haak eroverheen klikt. Zorg dat de kleur van
de sleuf (A) dezelfde is als de kleur van de
kleurencartridge (B), zoals u in het
onderstaande schema ziet.
(A)
OK
OK
OK
7
Til het scannerdeksel op om de
vergrendeling los te maken. Druk de steun
van het scannerdeksel voorzichtig naar
beneden en sluit het scannerdeksel.
Als op het LCD-scherm de melding
wordt weergegeven nadat u de
Installeer
inktpatronen hebt geïnstalleerd, dient u te
controleren of ze op juiste wijze zijn
geïnstalleerd.
De machine zal het inktbuizensysteem
reinigen voor het eerste gebruik. Dit wordt
slechts één keer gedaan, alleen de eerste
keer dat de inktpatronen worden geplaatst.
Het reinigingsproces duurt ongeveer vier
minuten.
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Initialiseren
Ong. 4 minuten
(B)
• Verwijder GEEN inktpatronen
wanneer u ze niet hoeft te
vervangen. Als u dit toch doet,
kan dit de hoeveelheid inkt
verminderen en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de
patroon zit.
• Schud de inktpatronen NIET. Als
u inkt op uw lichaam of kleding
hebt gemorst, was deze dan
onmiddellijk met zeep of een
wasmiddel.
• Het is beter de patronen NIET
herhaaldelijk te plaatsen en te
verwijderen. Anders kan er inkt
uitsijpelen.
• De inkjetmachines van Brother
zijn ontworpen om te werken met
inkt van een bepaalde specificatie
en leveren optimale prestaties
indien gebruikt met originele
tonercartridges van Brother.
Brother kan deze optimale
prestaties niet garanderen indien
inkt of inktpatronen van andere
specificaties gebruikt worden. Het
gebruik van patronen anders dan
originele patronen van Brother of
het gebruik van patronen die met
inkt van andere merken zijn
gevuld, wordt derhalve afgeraden
in deze machine. Indien de
printkop of enig ander deel van
deze machine wordt beschadigd
als gevolg van het gebruik van inkt
of inktpatronen anders dan
originele Brother-producten, dan
worden enige reparaties die nodig
zijn als gevolg daarvan niet door
de garantie gedekt, omdat deze
producten incompatibel met of
ongeschikt zijn voor deze
machine.
■ Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktpatroon in de verkeerde kleurpositie
geïnstalleerd hebt, moet u nadat de
patroon op de juiste plaats geïnstalleerd is
de printkop diverse keren reinigen; pas dan
mag u printen. (Raadpleeg "De printkop
reinigen" in hoofdstuk 12 van Problemen
oplossen en routineonderhoud van de
gebruikershandleiding.)
■ Installeer een inktpatroon onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik deze
binnen zes maanden na de installatie.
Gebruik ongeopende inktpatronen voor de
uiterste verbruiksdatum die op de doos
vermeld staat.
7