Veiligheid Hardware
Software
Hartrevalidatie ∙ custo guard 1/3
Hygiëne
3.2.4
Configuratie van de trainingsplekken
Termen in het kader van de configuratie van trainingsplekken
Revalidatiegroepen
→
In een revalidatiegroep kunnen maximaal 16 patiënten worden
opgeslagen. Het voordeel van het werken met revalidatiegroepen is dat
u aan het begin van een training de volledige revalidatiegroep in custo
diagnostic kunt oproepen in plaats van alle patiënten individueel te
selecteren. Deze aanpak is de moeite waard, als u werkt met
patiëntengroepen waarvan de samenstelling niet verandert. Bij
"automatische plaatsing" krijgt elke patiënt bij de eerste training
automatisch een traingsplek toegewezen (zinvol bij identieke
trainingsplekken). Deze toewijzing wordt gedurende de gehele
revalidatieperiode gehandhaafd. Bij "handmatige plaatsing" moet elke
patiënt in de groep vóór de eerste training handmatig een trainingsplek
toegewezen krijgen (bijv. als er verschillend geconfigureerde
trainingsplekken zijn). Ook deze toewijzing wordt tijdens de gehele
revalidatieperiode gehandhaafd.
Groepen met chipkaart
→
Bij gebruik van chipkaarten (optie voor custo ec5000) wordt voor elke
patiënt een chipkaart met de stamgegevens van de patiënt en het
gewenste trainingsprofiel voorbereid. Als een patiënt zijn chipkaart vóór
de training in een ergometer steekt, worden de opgeslagen
basisgegevens van de patiënt en het trainingsprofiel automatisch in de
software overgenomen. Handmatige selectie van patiënt- en
trainingsprofiel is niet langer nodig.
Selectie van het apparaat, optie "Autostart"
→
PC-gestuurde trainingstoestellen worden automatisch verbonden met
custo diagnostic, wanneer de revalidatiesoftware wordt geopend
(aanbevolen standaardinstelling). Tijdens het aansluiten worden de pc-
gestuurde apparaten gestopt - risico op letsel als de apparaten al in
bedrijf zijn!
Apparatuurkeuze, optie "profielgestuurde" voor handmatige
trainingsapparatuur
→
Als deze optie is geselecteerd, kunt u trainen op trainingsplekken met
handmatige apparatuur met behulp van een eerder gedefinieerd
trainingsprofiel. De specificaties van het trainingsprofiel voor het
hamdatige toestel moeten door de patiënt of de therapeut rechtstreeks
op het trainingsapparaat worden ingesteld. Het doorgeven van de
specificaties kan bijvoorbeeld via het wandbord of mondeling gebeuren.
Met behulp van het opgeslagen profiel kan later worden bekeken
volgens welke specificaties de training is uitgevoerd. Indien deze optie
niet is geselecteerd, is het als alternatief mogelijk de actuele inspanning
tijdens de training te documenteren.
CMA 0024 ∙ DK 2138 ∙ Versie 001 ∙ 2022/10/25 ∙ www.customed.de
45