4 Installatie
4.1 Voorbereiding
Controleer de gegevens op de typeplaat vóór met de
installatie begonnen wordt:
•
of het toestel met de bestelling overeenkomt;
•
of het toestel geschikt is voor de lokale aanwezige
voorzieningen (gastype, gasdruk, elektrische
voeding, enz.)
Alvorens de fabriek te verlaten, is de luchtverwarmer
afgesteld en getest op veiligheid. Het toestel is
geconfigureerd voor het type gas dat op het typeplaatje
vermeld staat. Neem contact op met uw leverancier
als u twijfelt over de instellingen die op uw situatie van
toepassing zijn.
4.1.1
Normen
LET OP
De installatie moet voldoen aan alle van
toepassing zijnde lokale en nationale normen.
LET OP
De luchtverwarmer moet worden geïnstalleerd
in overeenstemming met de relevante vereisten
van de gasveiligheidsvoorschriften, elektrische
installatievoorschriften en of andere lokale voorschriften.
Alleen voor België:
LET OP
De luchtverhitter moet worden geïnstalleerd
in overeenstemming met de relevante vereisten
van de gasveiligheidsvoorschriften, elektrische
installatievoorschriften en of andere lokale
voorschriften die van toepassing zijn (bijv. NBN D 51-
003: Binnenleidingen voor aardgas plaatsing van de
verbruikstoestellen - Algemene bepalingen of NBN B
61-002: Centrale verwarmingsketels met een nominaal
vermogen kleiner dan 70 kW - Voorschriften voor
hunopstellingsruimte, luchttoevoer en rookafvoer).
4.2 De luchtverwarmer plaatsen
Houd rekening met het volgende wanneer u een locatie
kiest om uw luchtverwarmer te installeren:
WAARSCHUWING!
Installeer nooit een luchtverwarmer
in de buurt van brandbare materialen.
•
Houd voldoende afstand tussen het toestel
en eventuele obstructies. Dit is zowel om
veiligheidsredenen als om toegang mogelijk te
maken voor service en onderhoud (figuur 2).
8
•
Zorg ervoor dat de luchtstroom van en naar het
toestel vrij is van obstakels, op zijn minst 5 meter
voor het toestel. Zorg er ook voor dat de luchtinlaat
vrij is van obstakels.
•
Zorg dat er voldoende ruimte overblijft om de deur
van de luchtverwarmer te openen.
•
De muur moet stevig genoeg zijn om het toestel te
ondersteunen.
Figuur 2 - Minimale vrije ruimte rondom de
luchtverwarmer
4.2.1
Oriëntatie
•
Installeer het toestel horizontaal (figuur 3).
Figuur 3 - Een goede en foute horizontale oriëntatie
4.3 Gastype en aansluiting
Het toestel is geschikt voor het gebruik met aardgas,
propaan of butaan (LPG).
Het specifieke gassoort waarop het toestel is afgesteld,
vindt u op de verpakkingsetiketten en op het typeplaatje.
Het toestel kan worden omgebouwd naar een ander
gastype. Neem contact op met uw leverancier voor meer
informatie.
De werkdruk en de voordruk moeten minimaal 17 mbar
zijn met een maximum van 50 mbar, gemeten aan de
inlaatdruknippel van de gasklep in het toestel.
LET OP
De handmatige gaskraan in de toevoerleiding
moet binnen het bereik van het toestel worden geplaatst.
LET OP
Alle gastoevoerleidingen moeten zonder
mechanische spanning worden gemonteerd.