6.4.1
Warmtewisselaar
Een NTC-temperatuursensor bevindt zich in de buurt
van (of op) de warmtewisselaar. Deze sensor bewaakt de
temperatuur van de warmtewisselaar.
Als de warmtewisselaar te heet wordt, zal deze sensor
ervoor zorgen dat het verwarmingsproces stopt.
Afhankelijk van de temperatuur voert de luchtverwarmer
de volgende acties uit:
•
Stap 1: Vermogensreductie (indien mogelijk).
•
Stap 2: De brander stopt, gevolgd door een
automatische herstart wanneer het toestel weer is
afgekoeld (weergave: E05 / E36).
•
Stap 3: De brander stopt, gevolgd door een
vergrendeling. Een handmatige reset is vereist.
(display L15).
LET OP
Een handmatige reset kan worden uitgevoerd op
de elektronische printplaat of op afstand met de speciale
kamerthermostaat.
6.5 Luchttransport bewaking
De luchtverwarmer is uitgerust met een vaanschakelaar
die het luchttransport door het toestel controleert. Als het
luchttransport te laag is, stopt het toestel. Fout L-14 wordt
op het display weergegeven.
7 In bedrijf stellen van de luchtverwarmer
7.1 De instellingen aanpassen
Voorafgaand aan het verpakken is de veiligheid en werking
van elke luchtverwarmer in detail gecontroleerd. Het
toestel is ook ingesteld op het juiste rendement.
Over het algemeen hoeft het toestel na installatie niet te
worden ingeregeld. Het is alleen nodig om een functionele
controle uit te voeren en een rookgasanalyse uit te voeren
en deze te noteren voor latere referentie.
PAS OP!
Gebruik alleen gekalibreerde instrumenten bij
het afstellen van de luchtverwarmer.
PAS OP!
Draai nooit onachtzaam aan de instelschroeven.
INSTALLATIEHANDLEIDING LUCHTVERWARMER TYPE DXA
6.6 Gas voordruk
De gastvoordruk tijdens stand-by en in bedrijf moet tussen
bepaalde waarden liggen, afhankelijk van het gastype:
Aardgas: tussen 17 en 30 mbar.
Propaan en butaan: tussen 25 en 57 mbar.
Wanneer de toevoerdruk te laag is, zal het toestel niet
werken. Fout A-09 wordt op het display weergegeven. De
instelling van deze drukschakelaar staat in de specificaties
(hoofdstuk 3).
WAARSCHUWING!
Wanneer de gasvoordruk te laag is,
kunnen de verbrandingsgassen schadelijk worden voor
mensen, maar ook voor dieren en gewassen.
LET OP
Wanneer meerdere verwarmingen op hetzelfde
moment starten, kan de gasdruk dalen. Waardoor een
toestel uit zou kunnen gaan. Wanneer de gasdruk herstelt,
wordt het toestel automatisch opnieuw gestart.
Gastype
Eenheid
Aardgas
mbar
Propaan en
mbar
butaan
LET OP
Bij het afstellen zonder een ondersteunende
rookgasanalyse vervalt de garantie.
Pas de branderdrukken alleen aan als ze meer dan 0,5
mbar verschillen van de juiste waarde.
7.2 In bedrijf stellen van de
luchtverwarmer
Nadat het toestel volgens deze handleiding is
geïnstalleerd, kan deze in gebruik worden genomen. Volg
de volgende instructies:
1. Zorg ervoor dat de gastoevoerleiding schoon,
gasdicht en vrij van lucht is.
2. Schakel de elektrische voeding in met de
werkschakelaar.
Gas voordruk
Minimum
Maximale
waarde
waarde
17
30
25
57
13