De opnamemodus kiezen
Modus kiezen
U kunt de opnamemodi selecteren met
de knop MODE op de achterkant van de
camera.
De knop MODE gebruiken
1. Druk op de knop MODE om het menu
weer te geven.
2. Selecteer de gewenste modus door op
de knop Omhoog/Omlaag te drukken
en druk op de knop OK.
Smart Auto
Programma
Scène
Film
In deze modus kunt u direct versch.
opnamefuncties instellen.
Smart Auto-modus gebruiken (
De camera kiest automatisch de gepaste camera-instellingen
gebaseerd op een gevonden scènetype. Dit is handig als u niet
bekend bent met camera-instellingen voor verschillende scènes.
1. Plaats de batterijen (p.15). Zorg
ervoor dat deze in de juiste richting
zitten (+ / -).
2. Plaats eventueel de geheugenkaart
(p. 15). Aangezien deze camera een
intern geheugen van 20MB heeft, is
het niet nodig een geheugenkaart te
plaatsen. Als geen geheugenkaart is geplaatst, wordt een opname
in het interne geheugen opgeslagen. Als wel een geheugenkaart is
geplaatst, wordt een opname op de geheugenkaart opgeslagen.
3. Sluit het afdekklepje van het batterijvak.
4. Druk op de knop aan/uit om de camera aan te zetten.
5. Selecteer de modus Smart Auto met de knop MODE.
6. Er wordt automatisch een scène geselecteerd. Het pictogram voor
de modus wordt linksboven in het scherm weergegeven.
7. Druk op de sluiterknop om een opname vast te leggen.
Als het kader voor automatische scherpstelling rood wordt
wanneer u de sluiterknop halverwege indrukt, betekent dit dat u
niet kunt scherpstellen op het onderwerp. Als dit het geval is, is
de camera niet in staat om een opname scherp vast te leggen.
Houd uw vingers niet op de lens of de fl itser als u een foto
maakt.
)
23