6.
Besturing
6.3.
Beeldscherm - principes over de bediening en indicatie
De besturing moet voor de bediening aan de hoofdschakelaar ingeschakeld zijn.
'
Zie pagina 14.
De besturing met de toetsen bedienen.
Een snelle invoer wordt bereikt als tussen het aantippen van waardeveranderingen een
korte pauze van ca. 1 seconde in acht genomen wordt.
Waarden die gekozen zijn en veranderd kunnen worden, knipperen met 1 Hz.
Wordt langer dan vijf seconden geen toets aangetipt of wordt de waardeverandering
niet met de toets OK bevestigd, dan beëindigt de besturing de invoer automatisch en
de oude waarde blijft behouden.
Vijf minuten na de laatste bediening wordt de achtergrondverlichting binnen een minuut
in trappen gedimd en tot slot uitgeschakeld.
Wordt een van de toetsen in gedimde of uitgeschakelde toestand aangetipt, dan
schakelt eerst de achtergrondverlichting in. Daarna kan de besturing via de toetsen
opnieuw bediend worden.
Symbool
PAGINA 8
Voorbeeld
Indicatie/functie
Symbool.
Bijv. tekst, grafiek of getal.
Door het selecteren van een symbool met de toets MODE wordt de functie
na ca. 3 seconden uitgevoerd.
Lichtring.
Geeft een geactiveerde of gestarte functie weer.
Door het selecteren van een nieuwe functie wordt een tot nu toe gekozen
functie gedeactiveerd of gestopt.
Een waardeverandering is alleen bij gestopte functie mogelijk.
Getalwaarde.
Een veranderbare getalwaarde knippert.
De getalwaarde door het aantippen van de toets + verhogen of -
verlagen.
De waardeverandering met de toets OK bevestigen.
.
Wordt de veranderde waarde niet binnen 5 seconden met OK
bevestigd, beëindigt de besturing automatisch de invoer en de oude
waarde blijft behouden.
Besturing ML 028
50001178/11.16