Inhoudsopgave
Advertenties
5 Vullen van de installatie
5 .6
Controleren op lekkage
Afb. 35
5 .7
Vullen tot bedrijfsdruk
30
TzerraHP 390 & 690
Aanvullende informatie:
De handbediende ontluchter dient om eventueel ontstane lucht in het
warmtepompcircuit te laten ontsnappen. In de eerste dagen kan dat
verschillende keren nodig zijn. Wanneer de lucht eenmaal is verwijderd,
blijf de installatie in principe onderhoudsvrij, afgezien van incidentele
onderhoudswerkzaamheden aan de warmtewisselaar van de lucht/water
warmtepomp.
De vorstgrens en de pH-waarde van de antivries moeten elke 2 jaar
worden gecontroleerd. Dit kan worden gedaan tijdens het onderhoud aan
de ketel of de warmtepomp.
Gevaar
Afhankelijk van de temperatuur van het medium en de druk in het
systeem kan er bij het openen van de ontluchtingsschroef heet
medium, vloeibaar of in dampvorm, onder hoge druk ontsnappen.
Gevaar
Bij een hoge vloeistoftemperatuur bestaat er GEVAAR VOOR
BRANDWONDEN.
De procedure meerdere keren herhalen; bedrijf van de pomp in intervallen
ondersteunt de ontluchting.
Voorzichtig
De ontluchting moet worden uitgevoerd tot er bij het
in- of uitschakelen van de pomp op de manometer geen
drukschommelingen meer te zien zijn. Wanneer de druk
continu daalt, moeten de lekkages worden hersteld en moet er
warmteoverdrachtsvloeistof worden bijgevuld.
Controle op lekkage wordt uitgevoerd na correct spoelen: Controledruk:
1,5 - 2 bar, tijdsduur: 20 minuten - alle verbindingen van de TzerraHP tot
en met de warmtepomp en terug controleren.
Ter controle s.v.p.:
1. De voorloopkraan volledig openen (positie 45°) (C1).
2. De terugloopkraan sluiten (C2).
3. De kraan van de debietmeter openen (A).
4. Het vulstation op de het warmtepompstation aansluiten.
5. De vul- (B2) en de afvoerkraan (B1) openen.
6. Het vulstation inschakelen.
7. De afvoerkraan sluiten (B1).
8. Na het bereiken van een druk van 2,5 bar de vulkraan sluiten en het
vulstation uitschakelen.
9. Wanneer de druk in de installatie daalt kunnen de eventuele lekkages
worden hersteld.
10. Na het einde van de controletijd: Druk in de installatie verhogen tot de
reactiedruk van het veiligheidsventiel (controle van de werking).
11. Na afronden van de controle op lekkage moet het warmtepompcircuit
op een bedrijfsdruk van 1,5 - 2 bar worden ingesteld.
12. De afvoerkraan en de vulkraan sluiten.
13. Het vulstation uitschakelen.
14. De kranen van terugloop C2 en voorloop C1 openen (positie 0°).
Bij een goed ontlucht warmtepompcircuit, mag de controledruk niet dalen.
Voorzichtig
Propyleenglycol bezit een sterke neiging om te 'kruipen'. Ondanks
een uitgevoerde drukcontrole, kunnen in glycolgevulde, onder druk
staande installaties lekkages optreden. Daarom wordt een verdere
controle op lekkage bij een gevulde installatie in bedrijfstoestand
aangeraden.
Voorzichtig
Niet geschikt voor vullen met handpomp.
7644021-03-26022019
Advertenties
Inhoudsopgave
