4 Installatie
Afb. 29
: Ideaal
Afb. 30
8980N209-B
26
TzerraHP 390 & 690
Ontlastingsleiding van het veiligheidsventiel
• Niet afsluitbaar
• Bij aansluiting van een eigen afblaasleiding op de locatie die naar
buiten moet afvoeren, moet een diameter D 20 worden aangehouden.
• Leiding leggen met constant afschot naar de afvoer
Toelichting
Milieubescherming
Een opvangreservoir onder de afvoerleiding plaatsen en de uitgang
van het veiligheidsventiel instellen.
4 .7 .1
Afmetingen warmtepompleidingen
De leidingen moeten zo kort mogelijk zijn. Wanneer de ontwerpcriteria
voor een correcte ontluchting niet kunnen worden aangehouden,
moet(en) op de bovenste plaats(en) van de aansluitende leiding(en) een
luchtafscheider met handmatige ontluchting worden geplaatst.
Max. leidinglengte 15 m aanvoer en 15 m retour DN 22, geen flexibele
RVS-slang gebruiken.
8980N013-A
■
Aansluiting
Voorzichtig
Gebruik van een metaalzaag is niet toegestaan.
• Aansluiten van de leidingen aan de kant van de sensor met een
dubbele conus, aan de kant van de verwarmer door solderen.
• Hardsoldeer: vloeimiddelvrije hardsoldeer volgens NEN EN 1044, bv.
L-Ag2P of L-CuP6.
Alternatief: Persen met geschikte solarfluid en O-ringen
Voorzichtig
Voorkom bramen in het leidingwerk. Door de hoge watersnelheid
kan door zelfs al een kleine braam een irritante fluittoon onstaan
indien de circulatiepomp in bedrijf is.
Voorzichtig
Zachte soldeer is niet toegestaan.
Voorzichtig
Gebruik van vloeimiddelen heeft een negatieve invloed op het
corrosiegedrag van propyleenglycol. Spoelen van de installatie is in
elk geval noodzakelijk. Zie "Spoeling".
• Persfittingen: alleen bij glycol-, druk- (6 bar) en
temperatuurbestendigheid (-30 °C, +180 °C) te gebruiken (zie
informatie van de fabrikant).
• Afdichtmateriaal: Hennep
• Teflonband
7644021-03-26022019