Camera-instellingen wijzigen
1.
Tik op Start > Programma's > HP Photosmart Camera.
2.
Tik op het menupictogram.
Kleurinstellingen wijzigen
1.
Tik vanuit de camera-interface op het pictogram Menu > tabblad Instellingen > Kleur > knop
Wijzigen.
2.
Breng de gewenste wijzigingen aan en tik op OK.
U kunt kiezen uit de volgende kleurinstellingen:
●
Alle kleuren: hiermee maakt u kleurenfoto's (standaardinstelling).
●
Zwart-wit: hiermee maakt u foto's met grijstinten.
●
Sepia: hiermee maakt u foto's in bruin-wit voor een ouderwets effect.
●
Negatief: hiermee maakt u foto's die eruitzien als negatieven.
●
Koel: hiermee maakt u foto's in blauw-wit voor een koel effect.
Compressie-instellingen wijzigen
1.
Tik vanuit de camera-interface op het pictogram Menu > tabblad Instellingen > Compressie >
knop Wijzigen.
2.
Breng de gewenste wijzigingen aan en tik op OK.
U kunt kiezen uit de volgende compressie-instellingen:
●
Goed: laagste kwaliteit en kleinste bestandsomvang.
●
Beter: normale kwaliteit en bestandsomvang (standaardinstelling).
●
Best: hoogste kwaliteit en grootste bestandsomvang.
Opmerking
bestandsomvang. Foto's van lagere kwaliteit nemen minder opslagruimte in beslag en kunnen
sneller worden verzonden via MMS (Multimedia Messaging Service), e-mail of infrarood.
Resolutie-instellingen wijzigen
1.
Tik vanuit de camera-interface op het pictogram Menu > tabblad Instellingen > Resolutie >
knop Wijzigen.
2.
Breng de gewenste wijzigingen aan en tik op OK.
52
Hoofdstuk 4 Camera
Opmerking
Als u de camera-instellingen wilt terugzetten op de beginwaarden, tikt u op
de knop Beginwaarden.
Opmerking
Als u de camera-instellingen wilt terugzetten op de beginwaarden, tikt u op
de knop Beginwaarden.
Foto's van hogere kwaliteit zien er fraaier uit, maar hebben ook een grotere
NLWW