Installatiehandleiding bij de Galaxy 3 Series
Installatie-instructies
De installatie en aansluiting moeten door een vakkundige installateur worden uitgevoerd. Bij een
vasteaansluiting dient de centrale op een aparte groep te worden aangesloten.
De installatieprocedure van de bodemplaat van het paneel is als volgt:
1.
Leid de netvoedingskabel door de opening aan de rechterkant van de bodemplaat van de behuizing.
Bevestig de kabel aan de behuizing met de kabelbinder zoals op de volgende afbeelding wordt getoond:
Bodemplaat
2.
Bevestig de metalen kast van de voeding aan de muur met het juiste bevestigingsmateriaal.
De gebruikte netvoedingskabel moet drieaderig zijn (met groengele aardedraad) en in staat zijn om de stroom
te verwerken.
OPMERKING: de netvoedingskabel moet voldoen aan de vereisten die in NEN 1010 staan.
3.
Sluit als volgt de netvoedingskabel aan op het netvoedingsterminalblok:
•
blauwe kabel naar de terminal die met N (neutraal) is aangegeven;
•
groengele kabel naar de terminal die met E (aarde) is aangegeven.
•
bruine kabel naar de terminal die met L (live) is aangegeven.
OPMERKING: er zijn geen andere aansluitingen met de netvoedingsconnector toegestaan.
Alle bekabeling moet worden uitgevoerd conform de laatste editie van de NEN 1010.
4.
Voeding inschakelen door eerst de netspanning in te schakelen. Deze eenheid kan worden ingeschakeld
met de accu door kortstondig LK10 uit te schakelen. Nooit LK10 aangesloten laten omdat de accu
dan volledig kan worden ontladen. LK10 is alleen bedoeld om op te starten.
Kast sabotage-microschakelaar
Regel-
eenheid
Bevestigingsopening
Afbeelding 3-4. Bodemplaat van de behuizing
Sleutelgat
(bovenaan)
Voedingsblok
Bevestigingsopening
Off-Wall
Tamper-
microschakelaar
3-9
Voeding (vervolg)
Terminalblok
Voedingskabel
Kabelbinder