Aanbevelingen voor de installatie
Systeeminstallatie en aansluiting
De installatie en aansluiting moeten door een vakkundige installateur worden uitgevoerd. Bij een vaste
aansluiting dient de centrale op een aparte groep te worden aangesloten.
Leid de netvoedingskabel door de opening aan de rechterkant van de bodemplaat. Veranker de kabel veilig
aan de behuizing met de kabelbinder zoals op de volgende afbeelding wordt getoond:
De zekering in het stopcontact mag niet sterker zijn dan 3 A.
PCB
Bodemplaat
Afbeelding 2-6. De netvoedingskabel bevestigen aan de bodemplaat
Monteer de centrale aan de muur en gebruik hiervoor het juiste bevestigingsmateriaal.
De gebruikte netvoedingskabel moet drieaderig zijn (met groengele aardedraad) en in staat zijn om de stroom
te verwerken.
OPMERKING: de netvoedingskabel moet voldoen aan de vereisten die in de NEN10100 staan.
Sluit als volgt de netvoedingskabel aan op het netvoedingsterminalblok:
•
blauwe kabel naar de terminal die met N (neutraal) is aangegeven;
•
groengele kabel naar de terminal die met E (aarde) is aangegeven.
•
bruine kabel naar de terminal die met L (live) is aangegeven.
OPMERKING: er zijn geen andere aansluitingen met de netvoedingsconnector toegestaan.
Alle bekabeling moet worden uitgevoerd conform de laatste editie van de NEN 1010.
Installatiehandleiding bij de Galaxy 3 Series
Sleutelgat
(bovenaan)
Bevestigingsopening
2-6
AC-aansluiting
Bevestigingsopening
Hoofdtransformator
Aardedraad
Terminalblok
Voedingskabel
Kabelbinder