SPI-houder
Uitgangstoepassingen
De uitgangen op de Galaxy-panelen, met uitzondering van de uitgang van het relais met wisselcontact, zijn
uitgangen met transistors. Negatief wordt standaard toegepast (Schakeld van + naar -). Deze leveren
maximaal 400 mA en kunnen gebruikt worden om de benodigde uitgangsapparaten aan te sturen.
OPMERKING: U kunt de polariteit van elke uitgang wijzigen met de optie 53 = PROGR. UITG.
Getransistoriseerde uitgang
+12 V
Schakel 3k3Ω uit voor open
collector Typische toepassingen
Afbeelding 2-17. Uitgangsconfiguratie en typische toepassingen
OPMERKING: voor de relevante 3k3Ω-pull-up weerstand raadpleegt u Dipswitch SW3 (tabel 2-1).
De relaisuitgang is een enkelpolig wisselcontact. Dit kan gebruikt worden om uitgangsapparaten aan te sturen
waarvoor een potentiaalvrij contact is vereist.
Contacten
voor relais met
wisselcontact
Afbeelding 2-18. Uitgangsconfiguratie van relais met wisselcontact
SPI-houder
De SPI-houder (Serial Peripheral Interface) op de Galaxy 3 Series PCB vergemakkelijkt het kopiëren en
vervangen van programmagegevens tussen panelen die de SPI-key gebruiken.
De gegevens zijn opgeslagen in een versieonafhankelijke indeling, zodat panelen van verschillende versies de
configuraties kunnen delen.
De paneelsoftware kan ook worden bijgewerkt met de SPI-key in de menustructuur, zie GalaXy 3 Serie
Programmeer Handleiding (IP6-0033), Option 71 = SPI Key.
3k3Ω
Uitgang
0 V
Normaal
gesloten
Normaal open
Installatiehandleiding bij de Galaxy 3 Series
Toepassingen
A) LED
Uitgang
LED
1kΩ (typisch)
B) Bel
Bel
Uitgang
C) Uitgang wordt gebruikt voor trigger van zone
Uitgang
*
1%
1kΩ
1%
Uitgang
1kΩ
moet open
collector zijn
*
OPMERKING: Als de gebruikte uitgang één van de
onboard uitgangen van de centrale is, vervangt u
deze weerstand door een weerstand van 680 Ω.
Hoorn
2-18
+12 V
+ 12 V
zone
+12 V
0 V