3.
Als niets de wagen met printcartridges in de weg staat, verplaatst u de wagen met printcartridges
helemaal naar de linkerkant van de printer en verwijdert u het vastgelopen papier.
4.
Verplaats indien nodig de wagen met printcartridges helemaal naar de rechterkant van de printer en
verwijder het vastgelopen papier.
5.
Til de hendel van de papierbaankap op en verwijder de kap.
164 Hoofdstuk 9 Een probleem oplossen
NLWW