4.
Voer een deel van of de volledige bestandsnaam in. Zoekresultaten worden
weergegeven terwijl u typt.
Een bestand kopiëren, knippen en plakken
1.
Open
Bestanden.
2.
Tik op het tabblad Lokaal.
3.
Onder
Interne
of
lijstweergave en tikt u op
4.
Kies een bestand, tik op
wenst te plakken.
Een bestand comprimeren of decomprimeren
1.
Open
Bestanden.
2.
Tik op het tabblad Lokaal.
3.
Onder
Interne
of
lijstweergave, houdt u het te comprimeren bestand ingedrukt en tikt u op
Comprimeren.
4.
Kies het opslagpad van het gecomprimeerde bestand en geeft het bestand
een naam.
Om een bestand te decomprimeren, houdt u dit ingedrukt en tikt u op
Uitpakken.
Een snelkoppeling voor een bestand of map aanmaken
1.
Open
Bestanden.
2.
Tik op het tabblad Lokaal.
3.
Onder
Interne
of
lijstweergave, houdt u het bestand of de map, waarvoor u een
snelkoppeling wilt aanmaken, ingedrukt en tikt u op
Bureaubladsnelkoppelingen.
SD-kaart
(indien beschikbaar) schakelt u over op de
of
KOPIËREN
of
SD-kaart
(indien beschikbaar) schakelt u over op de
SD-kaart
(indien beschikbaar) schakelt u over op de
.
KNIPPEN
en kies waar u het bestand
Uw telefoon beheren
27