Problemen oplossen
Indien u het menu opnieuw instelt op de gegevens die het toestel had op het moment van
aankoop, kan de situatie verbeteren. Voer de [RESETTEN] uit in het set-up-menu. (P23)
■ Batterijen en voeding
Situaties
De camera gaat direct
uit zelfs als de batterijen
volledig geladen zijn.
De resterende
batterijcapaciteit
is laag, zelfs als
nieuwe batterijen zijn
ingebracht.
De camera gaat niet aan. Zijn de batterijen correct geplaatst?
Het beeld wordt niet
weergegeven op het
LCD-scherm.
De camera schakelt snel
na het inschakelen uit.
■ Foto's nemen
Situaties
De foto kan niet worden
opgeslagen.
De opnames zijn fl ets.
Er zit vuil op de lens.
De opname is te licht of
te donker.
98
VQT1C71
Overige
De resterende batterijcapaciteit kan niet juist worden
weergegeven en de camera kan plotseling stoppen met
werken als het type batterijen en de instellingen op de
[BATT. TYPE] niet hetzelfde zijn. Dit is echter geen storing.
Afhankelijk van het batterijmerk en de werkingstemperatuur,
of als uitgeputte batterijen worden gebruikt kan het
resterende batterijvermogen niet goed worden weergegeven.
Controleer [BATT. TYPE] (P21) in het [SET-UP] menu.
Gebruik voldoende geladen batterijen als u Ni-MH batterijen
gebruikt.
Is de spaarstand (P21) of de economiemodus (P22)
geactiveerd? Druk de ontspanknop halverwege in om deze
modi te deactiveren.
Zijn de batterijen op? Vervang ze voor batterijen met
voldoende capaciteit. (Laad ze op indien u Ni-MH-batterijen
gebruikt.)
• Zijn de batterijen op? Vervang ze voor batterijen met
voldoende capaciteit. (Laad ze op indien u Ni-MH-batterijen
gebruikt.)
• Als u de camera ingeschakeld houdt, zal de batterij
leeglopen. Schakel de camera vaak uit door de spaarstand
(P21) of de economiemodus (P22), enz. te gebruiken.
Is de modusknop correct ingesteld?
Is er voldoende resterende geheugencapaciteit in het interne
geheugen of op de kaart?
Wis enkele foto's voordat u opslaat. (P35)
De foto kan wit worden als er vuil of vingerafdrukken op de
lens zitten. Als de lens vuil is, zet de camera dan aan, haal
de lens eraf (P9) en veeg het lensoppervlak met een zachte
droge doek.
Controleer of de belichting correct is gecompenseerd. (P44)
Oorzaken
Oorzaken