• Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
• Maak de USB-aansluitkabel niet los
terwijl [TOEGANG] wordt weergegeven.
• Datatransmissie vindt plaats als de kaart
een groot aantal foto's bevat.
• Bestanden met bewegende beelden in
het interne geheugen of op een kaart in
dit toestel kunnen niet juist weergegeven
worden op een computer, dus laadt deze
op uw computer voor weergave.
• Als de resterende batterijlading opraakt
tijdens een communicatie, kunnen de
opgenomen gegevens beschadigd
worden. Gebruik voor het aansluiten van
de camera op een PC een batterij met
voldoende lading (P24) of gebruik de
netadapter (DMW-AC6; optioneel).
• Als het resterende batterijvermogen
te laag is terwijl de camera en het
PC communiceren, knippert de
statusindicator en piept het alarm. Stop in
dat geval onmiddellijk de communicatie
op de PC.
• Wanneer u de camera via de USB-
aansluitkabel aansluit op een PC
met het besturingssysteem Windows
2000, mag u de kaart niet vervangen
terwijl de camera en de PC zijn
aangesloten. De informatie op de kaart
kan beschadigd worden. Voordat u
kaarten wisselt moet u er zeker van
zijn dat u de nodige stappen uitvoert
om de hardware veilig te verwijderen
(dubbelklik op het icoon in de
werkbalk in Windows).
• Foto's die met een PC zijn bewerkt of
gedraaid, kunnen in de weergavemodus
(P34), de multi-weergave (P67) en de
kalenderweergave (P68) zwart worden
weergegeven.
• Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing
van de PC.
• Als er geen kaart is geplaatst wanneer
de camera wordt aangesloten op de
86
VQT1C71
Aansluiten op andere apparatuur
PC, kunt u de beeldgegevens op het
interne geheugen bewerken of openen.
Als er een kaart is geplaatst, kunt u de
beeldgegevens op de kaart bewerken of
openen.
• U kunt niet schakelen tussen het interne
geheugen en de kaart terwijl de camera
is aangesloten op de PC. Wanneer
u wilt schakelen tussen het interne
geheugen en de kaart, koppelt u de USB-
aansluitkabel los, plaatst (of verwijdert) u
de kaart en sluit u de USB-aansluitkabel
opnieuw aan op de PC.
• Als u de keuzeknop wijzigt naar
printmodus [
verbonden met de PC, verschijnt [SLUIT
DE PRINTER OPNIEUW AAN.] op het
LCD-scherm van de camera. Voordat
u de camera opnieuw aansluit op een
printer, moet u de stand veranderen van
[
van zijn dat de gegevensoverdracht
nog niet begonnen is. ( [TOEGANG]
verschijnt op het LCD-scherm van de
camera als de gegevensoverdracht bezig
is.)
] als de camera is
] naar een andere stand en er zeker