Basisinstelling
Beeld
Geavanceerd
Deze TV is uitgerust met diverse geavanceerde
functies voor het optimaliseren van de
beeldkwaliteit.
Ga naar "HOME" > "TV-menu" > "Instellingen" >
"Beeld" > "Geavanceerd".
C.M.S.-Kleurschakering
Gebruik deze functie om de kleurschakering van
een geselecteerde kleur met het zes-kleuren
afstelsysteem af te stellen.
C.M.S.-Verzadiging
Gebruik deze functie om de verzadiging van
een geselecteerde kleur met het zes-kleuren
afstelsysteem te versterken of verzwakken.
C.M.S.-Waarde
Gebruik deze functie om de helderheid van
een geselecteerde kleur met het zes-kleuren
afstelsysteem af te stellen.
Kleuromvang
Gebruik deze functie om het bereik van een
kleurensubgroep af te stellen voor weergave van
het beeld. Een grotere kleuromvang betekent meer
kleuren; de beelden zijn helderder.
Instellingen
Standaard kleuromvang.
Standaard
Bij een uitgebreide kleuromvang
Uitgebreid
zijn de kleuren levendiger.
OPMERKING
• Deze functie is alleen beschikbaar wanneer "FILM" of
"Film (3D)" in het "AV functie" menu is geselecteerd.
Kleurtemp.
Stel de kleurtemperatuur in om de gewenste wit-tint
te verkrijgen.
Instellingen
Wit met een blauwe tint.
Hoog
Middentint tussen "Hoog" en "Midden".
Midden-hoog
Natuurlijke tint.
Midden
Middentint tussen "Midden" en "Laag".
Midden-laag
Wit met een rode tint.
Laag
Voor het fijninstellen van de
kleurtemperatuur tussen 1 en 10
10-punts instelling*
punten.
Voor het instellen van de witbalans
R/G/B versterking
door de waarden van de onderdelen te
(LG), R/G/B
veranderen.
versterking (HG)
* "10-punts instelling" is alleen beschikbaar wanneer
"STANDAARD", "FILM", "Standaard (3D)" of "Film (3D)"
in het "AV functie" menu is geselecteerd.
Beweging verbeteren
De "Active motion 400/200" technologie biedt een
superieure oplossing voor de digitale beeldkwaliteit
door de bewegingswaas te verwijderen. Selecteer
de "Beweging verbeteren" instelling ("Active motion
400", "Active motion 200", "Hoog", "Laag", "Uit").
OPMERKING
• Het effect is sterker bij snel bewegende beelden.
• Deze functies hebben geen effect in de volgende gevallen.
1) Er wordt een PC-signaal ontvangen.
2) Er wordt een OSD beeldschermdisplay weergegeven.
3) Teletekst is geactiveerd.
• Als beelden toch wazig zijn, zet u het onderdeel op "Uit".
Sub pixel control
Deze functie geeft hoge-definitie beelden met een hogere
resolutie weer.
Gamma-instelling
Hiermee selecteert u het tintverschil van de heldere
en donkere partijen van het beeld overeenkomstig
het type programma dat wordt bekeken, uit een
maximum van e 2 tot een minimum van f 2.
32
Filmmodus
Deze functie kan automatisch een bron die
gebaseerd is op filmmateriaal (d.w.z. oorspronkelijk
opgenomen met 24 of 25 frames per seconde,
afhankelijk van de verticale frequentie) detecteren,
waarna deze geanalyseerd wordt en elk beeld
zodanig wordt weergegeven dat een beeldkwaliteit
met hoge definitie wordt verkregen ("Geavanceerd
(hoog)", "Geavanceerd (laag)", "Standaard", "Uit").
Actief contrast
Hiermee wordt het contrast van een beeld
automatisch afgesteld overeenkomstig de scène.
Ruisonderdr.
De "Ruisonderdr." (digitale ruisonderdrukking)
functie zorgt voor een scherper beeld ("AUTO",
"Hoog", "Midden", "Laag", "Uit").
OPMERKING
• Deze functie is soms niet beschikbaar afhankelijk van
het ingangssignaaltype.
Bereik van OPC
Het helderheidsniveaubereik voor de automatische
instellingen van de OPC-sensor kan naar eigen
voorkeur worden ingesteld. Het bereik van de OPC-
sensor kan op maximaal e 16 en op minimaal f 16
worden ingesteld.
OPMERKING
• Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het
onderdeel "OPC" op "Aan" of "Aan:Display" is ingesteld.
• De maximuminstellling kan niet op een lager getal dan
de minimuminstelling worden ingesteld.
• De minimuminstellling kan niet op een hoger getal dan
de maximuminstelling worden ingesteld.
• De maximum- en minimuminstellingen kunnen niet op
hetzelfde getal worden ingesteld.
• Afhankelijk van de helderheid van het omgevingslicht is
het mogelijk dat de OPC-sensor niet werkt wanneer het
instelbereik erg klein is.