Zevende uitgave • Tweede druk
Pendelas (indien aanwezig) testen
32 Start de motor met de platformbediening.
33 Rijd het rechterstuurwiel op een blok van 15 cm
of een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
34 Rijd het linkerstuurwiel op een blok van 15 cm of
een trottoirband.
Resultaat: De drie overige wielen moeten stevig
contact houden met de grond.
35 Rijd beide stuurwielen op een blok van 15 cm of
een trottoirband.
Resultaat: De achterwielen moeten stevig
contact houden met de grond.
Rij-inschakelsysteem testen
36 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer in
de transportstand.
37 Roteer de draaitafel totdat de arm voorbij een
van de achterwielen wordt bewogen.
Resultaat: Het
indicatielampje 'rijden
ingeschakeld' dient te
gaan branden en te
blijven branden zolang
de arm zich in het
aangegeven bereik
bevindt.
38 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
Onderdeelnr. T107109DU
39 Houd de rij-tuimelschakelaar naar een van beide
zijden vast en verplaats de rij-joystick langzaam
uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik
is, kan de machine gaan rijden in een richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de joystick
voor rijden en sturen wordt bewogen.
Gebruik de kleurgecodeerde
richtingpijlen op de
platformbediening en het
rijchassis om de rijrichting te
bepalen.
Beperkte rijsnelheid testen
40 Druk de voetschakelaar in.
41 Breng de arm omhoog tot net boven de
horizontale lijn.
42 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid met
de arm geheven mag niet hoger zijn dan 30 cm
per seconde.
43 Laat de arm neer in de transportstand.
S-60 • S-65
Bedieningshandleiding
Inspecties
Blauw
Geel
31