Vijfde uitgave • Derde druk
Rijden inschakelen
Als het lampje brandt, duidt
dit aan dat de arm net voorbij
een van beide achterwielen is
gedraaid en de rijfunctie is
uitgeschakeld.
Houd om te rijden de rijschakelaar naar een van
beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Als de rij-joystick niet binnen twee seconden na de
bediening van de rijschakelaar wordt bewogen,
treedt de rijfunctie niet in werking. Laat de
rijschakelaar los en bedien deze opnieuw.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan
rijden in een richting die tegengesteld is aan de
richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen
worden verplaatst.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op
de platformbediening en het rijchassis om de
rijrichting van de machine te bepalen.
Asindicatielampje
Asindicatielampje brandt: schuif de
assen uit of zet de machine weer
volledig in de transportstand.
Motortoerental instellen
Stel het motortoerental in met behulp van de
symbolen op het bedieningspaneel.
Als de voetschakelaar niet wordt ingedrukt, draait
de motor stationair op het laagste toerental.
·
Schildpadsymbool: door voetschakelaar
geactiveerd laag stationair
·
Konijnsymbool: door voetschakelaar geactiveerd
hoog stationair
Onderdeelnr. 1000231DU
Indicatielampje 'overbelasting
platform' (indien aanwezig)
Indicatielampje 'machine niet
vlak' (indien aanwezig)
Lampje Motor controleren
(indien aanwezig)
S-80 • S-85
Bedieningshandleiding
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Een knipperend lampje geeft aan
dat het platform is overbelast en
dat geen enkele functie in werking
kan treden.
Verwijder gewicht van het platform
tot het lampje uitgaat.
Een brandend lampje geeft aan dat
de machine niet vlak staat. Het
scheefstandalarm klinkt als dit
lampje brandt. Verplaats de
machine naar een stevige,
horizontale ondergrond.
Lampje brandt en de motor is
afgeslagen: voorzie de machine
van een label en neem deze uit
bedrijf.
Lampje brandt en de motor draait
nog: neem binnen 24 uur contact
op met onderhoudspersoneel.
29