Bedieningshandleiding
FUNCTIETESTS
Test de hulpvoeding-bedieningselementen
19 Draai het contactslot naar grondbediening en
schakel de motor uit.
20 Trek de rode noodstopknop op de
grondbediening uit in de stand aan.
21 Houd de hulpvoedingschakelaar
ingeschakeld en activeer
tegelijkertijd elke armfunctie-
tuimelschakelaar.
Opmerking: test om de accu's te sparen elke
functie gedurende een gedeeltelijke cyclus.
Resultaat: alle armfuncties dienen in werking te
treden.
Platformbediening
Noodstop testen
22 Draai het contactslot naar platformbediening en
start de motor opnieuw.
23 Druk de rode noodstopknop op het platform naar
de stand uit.
Resultaat: de motor moet afslaan en geen
enkele functie mag in werking treden.
24 Trek de rode noodstopknop uit en start de motor
opnieuw.
20
Hydraulische olieretourfilters testen
25 Zet de motortoerentalkeuzeschakelaar op hoog
stationair (konijnsymbool).
26 Lokaliseer en controleer de twee
toestandindicators van de hydraulische filters.
Resultaat: de plunjer of de naald van het filter
dient zich in het groene gebied te bevinden als
het filter werkt.
27 Zet de motortoerentalkeuzeschakelaar op door
de voetschakelaar geactiveerd hoog stationair
(konijn- en voetschakelaarsymbool).
Claxon testen
28 Druk op de claxonknop.
Resultaat: de claxon dient te klinken.
Voetschakelaar testen
29 Druk de rode noodstopknop op het platform naar
de stand uit.
30 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
aan, maar start de motor niet.
31 Druk de voetschakelaar in en probeer de motor
te starten door de starttuimelschakelaar naar
een van beide zijden te verplaatsen.
Resultaat: de motor mag niet starten.
32 Druk de voetschakelaar niet in en start de motor
opnieuw.
33 Druk de voetschakelaar niet in en test elke
machinefunctie.
Resultaat: de machinefuncties mogen niet in
werking treden.
S-80 • S-85
Vijfde uitgave • Derde druk
Onderdeelnr. 1000231DU