Vijfde uitgave • Derde druk
Bedien de machine niet tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Gevaarlijke situaties vermijden.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 De werkplek controleren.
5 De machine alleen gebruiken zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies
voor elk aspect van de bediening van de machine.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle
veiligheidsvoorschriften en instructies in de
bedieningshandleiding, veiligheidshandleiding en
verantwoordelijkheidshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor een ander doel
dan het heffen van personen, samen met
gereedschappen en materialen, naar een
werklocatie in de lucht is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd
personeel worden bediend. Als meer dan één
bediener op verschillende tijdstippen in dezelfde
dienst een machine bedient, mag het hier alleen om
gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht
wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en
instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheids-
en veiligheidshandleidingen opvolgen. Dat betekent
dat elke nieuwe bediener een inspectie voor het
gebruik, functietests en een inspectie van de
werkplek moet uitvoeren voordat hij de machine
gebruikt.
Onderdeelnr. 1000231DU
Bedieningsinstructies
Motor starten
1 Draai het contactslot van de grondbediening in
de gewenste stand.
2 Zorg ervoor dat de rode noodstopknoppen van
zowel de grond- als platformbediening
uitgetrokken zijn naar de stand aan.
Benzine/LPG-modellen
3 Kies de brandstof door de brandstofkeuze-
schakelaar in de gewenste stand te zetten.
4 Verplaats de motorstarttuimel-
schakelaar naar een van beide
zijden. Als de motor niet start of
afslaat, schakelt de herstart-
vertraging de startschakelaar
3 seconden uit.
Perkins-modellen
3 Verplaats de motorstarttuimelschakelaar naar
een van beide zijden. Het indicatielampje
'gloeibougie' gaat branden. Na een paar
seconden start de motor.
Deutz-modellen
3 Verplaats de gloeibougieschakelaar naar een
van beide zijden en houd deze 3 tot 5 seconden
vast.
4 Verplaats de motorstarttuimelschakelaar naar
een van beide zijden. Als de motor niet start of
afslaat, schakelt de herstartvertraging de
startschakelaar 3 seconden uit.
Alle modellen
Als de motor na 15 seconden ronddraaien niet
start, dient u de oorzaak hiervan vast te stellen
en eventuele storingen te repareren. Wacht
60 seconden voordat u opnieuw probeert te starten.
S-80 • S-85
Bedieningshandleiding
25