Selecteer Flitser.
Diepte op uw huidige locatie
Diepteschaal
Splitszoomweergave
Op de pagina Splitszoom wordt rechts op het scherm een
grafische voorstelling van de echoloodmetingen weergegeven,
en een uitvergroot deel hiervan ziet u links op het scherm.
Selecteer
> Zoom > Splits zoom in een echoloodscherm.
Ingezoomde diepteschaal
Zoomvenster
Dieptebereik
Het echolood pauzeren
Niet alle opties zijn beschikbaar op alle modellen.
Selecteer een optie:
• Selecteer in het echoloodscherm Traditional of ClearVü
of .
• Selecteer in het echoloodscherm SideVü
Een via-punt maken in het echoloodscherm
op basis van uw huidige locatie
1
Selecteer in een echoloodweergave
2
Bewerk zo nodig de via-puntgegevens.
Een via-punt maken in het echoloodscherm
op basis van een andere locatie
1
Pauzeer het echolood in een echoloodweergave.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer
.
4
Bewerk zo nodig de via-puntgegevens.
De zoominstelling aanpassen
U kunt de zoominstelling handmatig aanpassen door het bereik
en een vaste begindiepte in te stellen. Bijvoorbeeld: Wanneer
het dieptebereik 15 meter en de begindiepte 5 meter is, geeft
het toestel een vergroot gebied tussen 5 meter en 20 meter diep
weer.
4
of
.
.
U kunt de zoominstelling ook automatisch door het toestel laten
instellen door een bereik op te geven. Het toestel berekent het
zoomgebied dan vanaf de bodem van het water. Als u
bijvoorbeeld een bereik van 10 meter selecteert, geeft het
toestel een vergroot gebied weer vanaf de bodem van het water
tot 10 meter boven de bodem.
1
Selecteer
> Zoom in een echoloodscherm.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Bodem vast om het scherm vast te zetten op
de bodem van het water.
• Selecteer Handmatig om zoomen handmatig in te stellen.
• Selecteer Automatisch om zoomen automatisch in te
stellen.
• Selecteer Splits zoom om over te schakelen op de
splitszoomweergave.
Het scherm op de bodem van het water vastzetten
U kunt het scherm vastzetten op de bodem van het water. Als u
bijvoorbeeld een bereik van 20 meter selecteert, geeft het
toestel een gebied weer vanaf de bodem van het water tot 20
meter boven de bodem. Het bereik wordt aan de rechterkant
weergegeven.
1
Selecteer in een echoloodweergave
vast.
2
Selecteer een bereik.
Echoloodfrequenties
OPMERKING: De beschikbare frequenties zijn afhankelijk van
de gebruikte transducer.
Door de frequentie in te stellen, past u het echolood aan voor
uw specifieke doel en de aanwezige waterdiepte.
Frequenties selecteren
OPMERKING: U kunt niet de frequentie voor alle
echoloodweergaven en transducers aanpassen.
U kunt opgeven welke frequenties in het echoloodscherm
worden weergegeven.
1
Selecteer in een echoloodweergave
2
Selecteer een frequentie die is afgestemd op uw behoeften
en waterdiepte.
Zie
Echoloodfrequenties, pagina 4
frequenties.
Een frequentievoorinstelling maken
OPMERKING: Niet voor alle transducers beschikbaar.
U kunt een voorinstelling maken om een specifieke
echoloodfrequentie op te slaan, zodat u snel van frequentie kunt
wisselen.
1
Selecteer in een echoloodweergave
2
Selecteer Voeg toe.
3
Voer een frequentie in.
Echoloodversterking
Met de instelling voor versterking regelt u de gevoeligheid van
de echoloodontvanger om de waterdiepte en helderheid van het
water te compenseren. Als u de versterking vergroot, ziet u
meer details. Als u de versterking verkleint, krijgt u minder ruis
op het scherm.
OPMERKING: Als u de versterking op één echoloodweergave
instelt, geldt deze instelling voor alle weergaven.
De versterking automatisch instellen
OPMERKING: Als u de versterking op het scherm Gesplitste
frequentie wilt instellen, moet u elke frequentie apart instellen.
1
Selecteer
> Versterking.
> Zoom > Bodem
> Frequentie.
voor meer informatie over
> Frequentie.
Echolood