A-Scope
Diameter van de echoloodkegel op de huidige diepte
De presentatie van zwevende doelen instellen
OPMERKING: Als u de weergave van zwevende doelen op een
scherm instelt, geldt die instelling voor alle schermen.
OPMERKING: Deze functie is niet in alle echoloodweergaven
beschikbaar.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met dieptegege-
vens weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met echoloodge-
gevens weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als symbolen met echoloodge-
gevens en dieptegegevens weergegeven.
1
Selecteer
> Echoloodinstelling > Presentatie >
Vissymbolen in een echoloodscherm.
2
Selecteer een optie.
Instellingen voor ruisonderdrukking
Selecteer in een echoloodweergave
Ruisonderdrukking.
Interferentie: Hiermee past u de gevoeligheid aan om de
gevolgen van interferentie door ruis veroorzakende bronnen
in de buurt te verminderen.
Als u de interferentie-instelling schakelt van uit
respectievelijk laag
, gemiddeld
geleidelijk weggenomen, maar is er weinig effect op de
sterke retoursignalen van de doelen. Gebruik de laagste
interferentie-instelling waarmee de gewenste verbetering kan
worden bereikt, om interferentie van het scherm te
verwijderen. U kunt interferentie het beste verwijderen door
de installatieproblemen op te lossen die de ruis veroorzaken.
Oppervlakteruis: Hiermee verbergt u echoloodretoursignalen
dicht bij het oppervlak van het water. Als u oppervlakteruis
verbergt, wordt de schermweergave overzichtelijker.
6
> Echoloodinstelling >
naar
en hoog
, wordt ruis
Oppervlakteruis
wordt veroorzaakt door interferentie
tussen de transducer en het water. U kunt oppervlakteruis
verbergen om de weergave overzichtelijker te maken. Met
bredere bundels (lagere frequenties) geeft u misschien meer
doelen weer, maar genereert u ook meer oppervlakteruis.
TVG: Vermindert oppervlakteruis.
Deze functie komt het best van pas in situaties waar u de ruis
nabij het wateroppervlak wilt regelen en onderdrukken.
Hiermee kunt u ook objecten nabij het wateroppervlak
weergeven die anders verborgen zouden blijven door
oppervlakteruis.
Instellingen voor cijfers projecteren
Hiermee kunt u de gegevens aanpassen die op het
echoloodscherm worden weergegeven.
Selecteer
> Cijfers projecteren in een echoloodscherm.
Navigatiebijkaart: Geeft de navigatiebijkaart weer wanneer het
schip naar een bestemming navigeert.
Kompaslijn: Geeft de kompaslijnbalk weer.
Voedingspanning: Geeft de voedingsspanning van het toestel
weer.
Diepte: Geeft de huidige diepte van de transducer weer.
Snelheid: Geeft de huidige snelheid van de boot weer.
Watertemperatuur: Geeft de huidige watertemperatuur weer.
Tijd: Geeft de huidige tijd van de dag weer.
Via-punten
Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Uw huidige positie als waypoint markeren
Selecteer vanuit een willekeurig scherm
Een via-punt op een andere positie maken
1
Selecteer Gebruikersgegevens > Via-punten > Nieuw via-
punt.
2
Selecteer een optie:
• Om het via-punt te maken door positiecoördinaten in te
voeren, selecteert u Voer coördinaten in en voert u de
coördinaten in.
• Selecteer Gebruik via-puntenkaart, selecteer de locatie
en vervolgens
om het via-punt te maken op basis van
de via-puntenkaart.
• Selecteer Gebruik huidige positie en voer de gegevens
in om het via-punt te maken op basis van uw huidige
locatie.
Het via-punt wordt automatisch opgeslagen.
Een opgeslagen via-punt bewerken
1
Selecteer Gebruikersgegevens > Via-punten.
2
Selecteer een via-punt.
.
Via-punten