Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Watertemperatuurcorrectie Instellen; Alarminstellingen; Navigatiealarmen; Systeemalarmen - Garmin STRIKER Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

compenseren voor een grote boot die een paar voet diep in het
water ligt.
1
Voer een actie uit, op basis van de locatie van de transducer:
• Als de transducer op de waterlijn
u de afstand tussen de locatie van de transducer en de
kiel van de boot. Voer een positief getal in bij deze waarde
bij stap 3 en 4 om de diepte onder de kiel weer te geven.
• Als de transducer onder aan de kiel
meet u de afstand tussen de transducer en de waterlijn.
Voer een negatief getal in bij deze waarde bij stap 3 en 4
om de waterdiepte weer te geven. Voer een 0 in bij deze
waarde om de diepte onder de kiel en de diepte onder de
transducer weer te geven.
2
Selecteer Instellingen > Mijn boot > Kielcorrectie.
3
Selecteer
of
op basis van de locatie van de transducer.
4
Voer de afstand in die in stap 1 is gemeten.

De watertemperatuurcorrectie instellen

U kunt de temperatuurcorrectie instellen om de
temperatuurmeting van een sensor voor de watertemperatuur te
compenseren.
1
Meet de watertemperatuur aan de hand van een transducer
met temperatuursensor die is aangesloten op het toestel.
2
Meet de watertemperatuur met een thermometer of een
andere temperatuursensor die nauwkeurig is.
3
Trek de in stap 1 gemeten watertemperatuur af van de
watertemperatuur die u hebt gemeten in stap 2.
Het resultaat is de temperatuurcorrectie. Voer een positief
getal in bij deze waarde in stap 5 als de op het toestel
aangesloten sensor een koudere watertemperatuur aangeeft
dan in werkelijkheid het geval is. Voer een negatief getal in
bij deze waarde in stap 5 als de op het toestel aangesloten
sensor een warmere watertemperatuur aangeeft dan in
werkelijkheid het geval is.
4
Selecteer Instellingen > Mijn boot >
Temperatuurcorrectie.
5
Gebruik de pijlknoppen om de in stap 3 gemeten
temperatuurcorrectie in te voeren.

Alarminstellingen

Navigatiealarmen

Selecteer Instellingen > Alarmen > Navigatie.
Aankomst: Hiermee stelt u een alarm in voor wanneer u zich
binnen een opgegeven afstand of tijd van een koerswijziging
of bestemming bevindt.
Krabbend anker: Hiermee stelt u een alarm in voor wanneer u
een opgegeven afstand afdrijft terwijl u voor anker ligt.
Toestelconfiguratie
Koersfout: Hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer

Systeemalarmen

is geïnstalleerd, meet
Wekker: Stelt een wekker in.
Voedingspanning: Hiermee stelt u een alarmsignaal in dat
is geïnstalleerd,
GPS-nauwkeurigheid: Hiermee stelt u een alarmsignaal in dat

Echoloodalarmen

Selecteer Instellingen > Alarmen > Echolood.
Ondiep water: Gaat af wanneer de waterdiepte kleiner is dan
Diep water: Gaat af wanneer de waterdiepte groter is dan de
Watertemperatuur: Gaat af wanneer de watertemperatuur
Vis
Vis: Hiermee kunt u een geluidsalarm instellen voor als het

Eenheid instellen

Selecteer Instellingen > Eenheden.
Systeemeenheden: Stelt de systeemeenheid in voor het
Afwijking: Hiermee wordt de magnetische afwijking, de hoek
Noordreferentie: Stelt de richtingreferenties in voor het
Positieweergave: Hiermee selecteert u het positieformaat
Kaartdatum: Hiermee stelt u het coördinaatsysteem van de
Tijdweergave: Hiermee kiest u UTC-, 12-uurs- of 24-uurs-
Tijdzone: Hiermee stelt u de tijdzone in.
Zomertijd: Hiermee schakelt u de zomertijd Uit of Aan.

Navigatie-instellingen

OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra
toestellen vereist.
Selecteer Instellingen > Navigatie.
Routelabels: U kunt instellen welk type labels wordt
de boot een opgegeven afstand van koers raakt.
afgaat als de accuspanning is gedaald tot een opgegeven
voltage.
afgaat als de nauwkeurigheid van de GPS-locatie buiten een
door de gebruiker gedefinieerde waarde valt.
de opgegeven diepte.
opgegeven diepte.
meer dan ± 1,1 °C (± 2 °F) afwijkt. Alarminstellingen worden
opgeslagen wanneer het toestel wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: U moet het toestel aansluiten op een
transducer met temperatuursensor om dit alarm te kunnen
gebruiken.
toestel een zwevend doel detecteert.
laat het alarm afgaan wanneer vissen van elke
grootte worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer middelgrote of
grote vissen worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer grote vissen
worden gedetecteerd.
toestel.
tussen het magnetische noorden en het ware noorden,
ingesteld voor uw huidige locatie.
berekenen van de koersinformatie. Waar stelt het
geografische noorden in als de noordreferentie. Grid stelt het
kaartnoorden in als de noordreferentie (000º). Magnetisch
stelt het magnetische noorden in als de noordreferentie.
waarmee een locatie wordt aangeduid. Wijzig het
positieformaat alleen wanneer u een kaart gebruikt met een
afwijkende indeling.
kaart in. Wijzig deze instelling alleen wanneer u een kaart
gebruikt met een afwijkende kaartindeling.
tijdweergave.
weergegeven voor koerswijzigingen op de kaart.
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave