3
Selecteer Wijzig via-punt.
4
Selecteer een optie:
• Als u een naam wilt toevoegen, selecteert u Naam en
voert u de naam in.
• Als u het symbool wilt wijzigen, selecteert u Symbool.
• Als u de diepte wilt wijzigen, selecteert u Diepte.
• Als u de watertemperatuur wilt wijzigen, selecteert u
Watertemperatuur.
• Als u de opmerking wilt wijzigen, selecteert u Opmerking.
• Als u de positie van het via-punt wilt verplaatsen,
selecteert u Positie.
Een MOB-locatie (man-over-boord) markeren
en er naartoe navigeren
Selecteer in een scherm
De viszoeker stelt een directe koers in terug naar de locatie.
Naar een via-punt navigeren
1
Schuif over de via-puntkaart om het via-punt te vinden.
2
Plaats het midden van de cursor in het midden van via-
puntsymbool.
De via-puntnaam verschijnt op het scherm.
3
Selecteer het via-punt.
4
Selecteer Navigeer route > Ga naar.
De afstand op de via-puntenkaart meten
U kunt de afstand tussen twee locaties meten.
1
Begin met schuiven op de via-puntenkaart
STRIKER 4, pagina
1).
2
Selecteer
> Afstand meten.
De afstand en andere gegevens worden op het scherm
weergegeven.
Een via-punt of MOB verwijderen
1
Selecteer Gebruikersgegevens > Via-punten.
2
Selecteer een via-punt of MOB.
3
Selecteer Wis > OK.
Alle via-punten verwijderen
Selecteer Gebruikersgegevens > Beheer gegevens > Wis
gebruikergegevens > Via-punten > Alles.
Via-punten en routes delen tussen toestellen
Voordat u via-punten en routes kunt delen, moet u de blauwe en
bruine draden van de voedingskabel aansluiten.
De blauwe draad is voor Tx (Verzenden) en de bruine voor Rx
(Ontvangen). Deze draden dienen alleen voor het delen van
gegevens tussen compatibele STRIKER toestellen en toestellen
uit de echoMAP
serie.
™
U moet voor beide toestellen Gebruikersgegevens delen
inschakelen om gegevens te kunnen uitwisselen.
Selecteer Gebruikersgegevens > Beheer gegevens >
Gebruikersgegevens delen > Aan op beide toestellen.
Via-puntenkaartinstellingen
Selecteer Via-puntenkaart >
Via-punten: Hiermee wordt de lijst met via-punten
weergegeven.
Via-puntweergave: Hiermee stelt u in hoe via-punten op de
kaart worden weergegeven.
Routes: Hiermee wordt de lijst met routes weergegeven.
Routes
> Man-over-boord > Ja.
(Schuiven op de
.
Spoor: Hiermee wordt het menu getoond voor de sporenoptie.
Zoeken: Hiermee kunt u zoeken naar opgeslagen routes en via-
punten.
Kaartinstellingen: Hiermee wordt het perspectief van de via-
puntenkaart ingesteld en wordt de koerslijn weergegeven. Dit
is een lijn op de via-puntenkaart vanaf de boeg van de boot
in de richting van de vaarkoers.
Cijfers projecteren: Hiermee kunt u de gegevens aanpassen
die op de via-puntenkaart worden weergegeven.
Een route bestaat uit een serie via-punten of locaties die u naar
uw bestemming leidt.
Een route maken en navigeren met de via-
puntkaart
Het startpunt kan uw huidige positie of een willekeurige andere
positie zijn.
1
Selecteer Gebruikersgegevens > Routes > Nieuw >
Gebruik via-puntenkaart.
2
Schuif over de via-puntkaart om de startlocatie van de route
te kiezen.
3
Volg de instructies op het scherm om een koerswijziging aan
te brengen.
4
Selecteer
> Navigeren naar.
5
Selecteer een optie.
Een opgeslagen route bewerken
U kunt de naam van een route wijzigen of de koerswijzigingen in
een route aanpassen.
1
Selecteer Gebruikersgegevens > Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Wijzig route.
4
Selecteer een optie:
• Als u een naam wilt wijzigen, selecteert u Naam en voert
u de naam in.
• Als u een via-punt wilt selecteren in de koerswijzigingslijst,
selecteert u Wijzig koerswijzigingen > Gebruik lijst met
koerswijzigingen en selecteert u een via-punt in de lijst.
• Als u een koerswijziging wilt selecteren met behulp van de
kaart, selecteert u Wijzig koerswijzigingen > Gebruik
via-puntenkaart en selecteert u een locatie op de kaart.
Een lijst met routes weergeven
Selecteer Gebruikersgegevens > Routes.
Naar een opgeslagen route zoeken en
navigeren
Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de
gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route
maken en opslaan.
1
Selecteer Gebruikersgegevens > Routes.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Vooruit om de route te navigeren vanaf het
beginpunt dat is gebruikt bij het maken van de route.
• Selecteer Achteruit om de route te navigeren vanaf het
bestemmingspunt van de route dat is gebruikt bij het
maken van de route.
Routes
7