Het apparaat vervoeren
Als u het apparaat over een grotere afstand wilt
vervoeren, moet u het zorgvuldig verpakken in de
oorspronkelijke doos (of een vergelijkbare doos waar
het apparaat precies in past).
c
Let op:
❏ Zorg er bij opslag of transport voor dat het apparaat niet
gekanteld, zijwaarts of ondersteboven wordt gehouden. Anders
kan er inkt uit de cartridges lekken.
❏ Laat de cartridges gewoon in het apparaat zitten. Als u de
cartridges voor transport zou verwijderen, kan het apparaat
schade oplopen.
1.
Verwijder al het papier uit de papiertoevoer en
zet het apparaat uit.
2.
Open de scannereenheid en controleer of de
printkop in de uitgangspositie (rechts) staat.
3.
Plak de houder van de cartridges met plakband
vast (zie illustratie)
4.
Sluit de scannereenheid.
5.
Trek de stekker uit het stopcontact en trek
vervolgens de USB-kabel uit de computer.
6.
Sluit de papiersteun, de beschermkap van de
papiertoevoer en de uitvoerlade.
28
Onderhoud
7.
Plaats het apparaat in de doos. Gebruik het
beschermmateriaal waarin het apparaat is
geleverd.
Houd het apparaat recht tijdens het vervoer. Na het
transport verwijdert u de tape van de printkop. Als
de afdrukkwaliteit minder goed is geworden, start u
de reinigingsprocedure (& "De printkop controleren
en reinigen" op pagina 26) of lijnt u de printkop uit
(& "De printkop uitlijnen" op pagina 27).