Onderhoud
Met de procedures in dit hoofdstuk zorgt u ervoor
dat het apparaat optimaal blijft werken. Ook vindt u
hier instructies voor het vervangen van cartridges en
het vervoeren van het apparaat.
Cartridges vervangen
Wanneer een cartridge bijna leeg is, is in de
linkerbovenhoek van het display het hieronder
getoonde pictogram zichtbaar.
Pictogrammen
Tijdens het afdrukken of kopiëren wordt naast het
inktpictogram een balkje weergegeven voor de
cartridge die bijna leeg is.
Pictogrammen
Wanneer een cartridge helemaal leeg is, ziet u het
volgende op het display.
Tip:
Wanneer een cartridge meer dan zes maanden oud is, kan de
afdrukkwaliteit minder worden. Reinig eventueel de printkop
(& "De printkop controleren" op pagina 26). Als de afdrukkwaliteit
dan nog te wensen overlaat, kan het nodig zijn dat u de cartridge
vervangt.
22
Onderhoud
Tekst
Tekst
Cartridgestatus controleren
Volg de onderstaande instructies om de
cartridgestatus te controleren.
1.
Druk op de knop F
[Instellen/Hulpprogramma's].
2.
Selecteer Inktniveau controleren met de knop
l of r.
3.
Druk op de knop x Start.
De cartridgestatus wordt grafisch weergegeven.
4.
Wanneer u klaar bent met het controleren van de
cartridgestatus, drukt u op de knop x Start.
5.
Druk op de knop F
[Instellen/Hulpprogramma's] om terug te
keren naar de vorige modus.
Wanneer de inkt bijna op is, moet u een nieuwe
cartridge bij de hand houden. U kunt niet meer
afdrukken als een van de cartridges leeg is.
Opmerking:
De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele inkt kan niet
door Epson worden gegarandeerd. Als niet-originele cartridges
zijn geïnstalleerd, wordt de inktstatus niet weergegeven.