Probleem
Het scherm ziet er abnormaal uit; de
schermpositie is verkeerd.
Er verschijnen lijnen op het
achtergrondscherm.
Er verschijnt horizontale ruis of tekst
wordt wazig weergegeven.
Het scherm wordt abnormaal
weergegeven.
Het beeld blijft hangen wanneer de
monitor wordt uitgeschakeld.
Geen geluid.
Geluid is te dof.
Geluid is te stil.
Het scherm heeft een lage
kleurresolutie (16 kleuren).
38
Bijlage A Probleemoplossing
Mogelijke oorzaak
Schermaanpassing is vereist.
Schermaanpassing is vereist.
Schermaanpassing is vereist.
Er wordt een fout ingangssignaal
gebruikt.
Er werd te lang een stationair beeld
weergegeven.
Audiokabel is niet aangesloten.
De equalizer is niet in balans.
Volumeaanpassing is vereist.
De kleur is niet goed ingesteld.
Oplossing
D-sub analoog signaal - druk op de
knop AUTO op de afstandsbediening
om automatisch de optimale
schermstatus te selecteren voor de
huidige modus. Als het resultaat niet
naar tevredenheid is, gebruikt u het
menu met scherminstellingen voor de
Positie.
Controleer of de resolutie van de
videokaart en de frequentie door de
monitor worden ondersteund. Als de
frequentie buiten bereik is, stelt u de
aanbevolen resolutie in via
Configuratiescherm > Beeldscherm >
Instellingen in het besturingssysteem.
D-sub analoog signaal - druk op de
knop AUTO op de afstandsbediening
om automatisch de optimale
schermstatus te selecteren voor de
huidige modus. Als het resultaat niet
naar tevredenheid is, gebruikt u het
menu met scherminstellingen voor de
Klok.
D-sub analoog signaal - druk op de
knop AUTO op de afstandsbediening
om automatisch de optimale
schermstatus te selecteren voor de
huidige modus. Als het resultaat niet
naar tevredenheid is, gebruikt u het
menu met scherminstellingen voor de
Fase.
De juiste ingangssignaalkabel is niet op
de juiste signaalpoort aangesloten. Sluit
de ingangssignaalkabel aan die
overeenkomt met het ingangssignaal
van de bron.
Als u voor langere tijd een stationair
hebt weergegeven, kunnen er
beeldpunten zijn beschadigd. Gebruik
een schermbeveiligingsfunctie.
Controleer of de audiokabel goed is
aangesloten. Pas volume aan.
Controleer of het geluid goed is
ingesteld.
Selecteer de geschikte geluidsbalans.
Pas het volume aan met de
volumeknoppen van de
afstandsbediening.
Stel het aantal kleuren in op meer dan
24 bits (ware kleuren). Selecteer
Configuratiescherm > Beeldscherm >
Instellingen > Kleurentabel in het
besturingssysteem.
NLWW