5 - Bijlage
5.5 Kinematisch model
Een kinematisch model geeft de kinematische omstandigheden weer in een ma-
chinetrein. VIBSCANNER 2 gebruikt deze modellering om de snelheden op elk meetpunt
op de machinetrein te berekenen op basis van een referentiewaarde. Deze methode be-
spaart tijd en moeite, want het aantal metingen ter plaatse wordt tot een minimum be-
perkt.
Een machinetrein wordt als onderdeel van de configuratie in de OMNITREND Center-soft-
ware gemodelleerd. De overbrengingsverhoudingen tussen de afzonderlijke com-
ponenten (bijvoorbeeld tandwieltrappen) worden hierbij in aanmerking genomen.
5.5.1 Referentiesnelheid
De referentiesnelheid vormt de basis van de snelheidsberekening. Deze wordt op een re-
ferentiemeetpunt op de machinetrein geregistreerd of bepaald. Op basis van de bekende
kinematische omstandigheden in de machinetrein berekent het meetapparaat de over-
eenkomstige snelheden voor alle meetpunten op de machinetrein.
Referentiesnelheid op basis van trillingssignaal
VIBSCANNER 2 bepaalt de referentiesnelheid op basis van het trillingssignaal ("Snel-
heidszoeker" op pagina 108). Als onderdeel van de routeconfiguratie in OMNITREND Cen-
ter wordt het meetpunt voor de referentiesnelheid met het dichtstbijzijnde punt voor tril-
lingsmeting samengevoegd. De machinebeeld-weergave is het referentiemeetpunt met
gemarkeerd ("2: Meetpunt-symbool" op pagina 37).
Referentiesnelheid met stroboscoop bepalen
De ingebouwde stroboscoop is een betrouwbare manier om de gedetecteerde re-
ferentiesnelheid te controleren en om de snelheden op alle trillingsmeetpunten op de
machine te registreren.
Referentiesnelheid handmatig invoeren
Als de referentiesnelheid niet met de genoemde methode kan worden bepaald, kan de
waarde handmatig worden ingevoerd.
110
Editie: 03.2023