C
3
2
B
-500ML
-475ML
-450ML
-425ML
-400ML
-375ML
-275ML
1000ml
-250ML
-225ML
200ml
A
PNR-CN100-OIPM (10/12/21) ©2021 Pentair. Alle rechten.
-500ML
-475ML
-450ML
-425ML
-400ML
-375ML
-275ML
1000ml
-250ML
-225ML
200ml
11
4
OPMERKING: Het is raadzaam om vóór het meten van chemicaliën
de regeling van het debiet te oefenen met behulp van een met water
1
gevulde container.
Bij zeer hoge zuigkracht kan het moeilijk zijn om de stroming te
regelen, dus wordt aanbevolen om het pomptoerental te verlagen en
zo de zuigkracht te doen afnemen. De optimale zuigkracht voor een
gedeeltelijke dosering is -0,4 bar.
Om te meten met behulp van de schaal die is aangegeven op de
aanzuigslang, moet u eerst controleren of alle vloeistof uit de slang is
afgetapt.
Met aanzuiging vanaf de Cleanload Nexus en de bedieningshendel in
de stand van de ontgrendelingsknop en de druppelafbeelding zoals
weergegeven:
A
Laat de aanzuigslang zakken onder de uitlaat van de slangpilaar totdat
eventueel achtergebleven vloeistof (ref. 3) voorbij de terugslagklep
(ref. 2) loopt.
Breng vervolgens de gekalibreerde aanzuigslang omhoog (ref. 1)
terug boven de uitlaat van de slangpilaar en identificeer de vereiste
kalibratiemarkering op de slang. Houd de slang in uw linkerhand op
deze kalibratiemarkering.
A - Van Cleanload Nexus
B - Naar aanzuiging spuitmachine
Pak nu de bedieningshendel (ref. 11) met uw rechterhand vast.
BELANGRIJK: Houd de aanzuigslang alvorens de stroming op te
starten boven de uitlaat van de slangpilaar van de Cleanload Nexus (ref.
4) zoals is weergegeven, zodat het vloeistofniveau nooit daalt.
Draai om een gedeeltelijke lediging te starten voorzichtig de
bedieningshendel (ref. 11) naar het begin van de meetzone, zoals is
aangegeven met de pijl.
Het exacte punt waarop de stroming begint is afhankelijk van de
instelling van de spuitmachine. Beweeg de hendel langzaam en
stapsgewijs, terwijl u de uitlaat nauwkeurig controleert om het begin
van de stroming waar te nemen.
OPMERKING: Wees geduldig, want de stroming begint langzaam en
kan abrupt starten als de hendel te ver wordt gedraaid.
Kijk hoe het peil omhoog komt in de aanzuigslang, waarbij u de slang
omhoog houdt om te voorkomen dat er luchtbellen ontstaan.
Wanneer de vloeistof de gewenste kalibratiemarkering nadert,
beweegt u de hendel terug naar links. De stroming stopt wanneer de
hendel het begin van de meetzone passeert.
CLEANLOAD NEXUS
13