Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEC MultiSync P232W Gebruikershandleiding pagina 15

Inhoudsopgave

Advertenties

FINE (Fijnafstelling, alleen analoge ingang)
U verbetert de scherpte, zuiverheid en stabiliteit van het beeld door de waarde van deze instelling te verhogen of te
verlagen.
Als de beeldinstelling met de functie "AUTO ADJUST" (Automatische regeling) en "H.SIZE" (Breedte) niet naar wens
is, kunt u de beeldinstelling nog verfi jnen met de functie "FINE" (Fijnafstelling).
Hiervoor kunt u een moiré-testpatroon gebruiken. Als de FINE (Fijnafstelling) verkeerd is gekalibreerd, ziet het beeld
eruit zoals in de linkerillustratie. Het beeld moet homogeen zijn.
AUTO FINE (Automatische fi jnafstelling - alleen analoge ingang)
Met functie wordt van tijd tot tijd de instelling "FINE" (Fijnafstelling) automatisch aangepast na verandering in de
conditie van het signaal.
Met deze functie wordt circa elke 33 seconden een aanpassing uitgevoerd.
EXPANSION (Uitbreiding)
Hiermee stelt u de zoommethode in.
FULL (Volledig): het beeld wordt uitgebreid naar volledig scherm, ongeacht de resolutie.
ASPECT (Vaste verhouding): het beeld wordt uitgebreid zonder dat de verhouding wordt gewijzigd.
OFF (Uit): het beeld wordt niet uitgebreid.
CUSTOM (Aangepast): raadpleeg het Geavanceerd OSD-menu voor instructies voor aangepaste instellingen.
OPMERKING:
wanneer een afbeelding is geroteerd, kunnen tekens en regels wat vaag zijn, afhankelijk van de
signaalresolutie.
SHARPNESS (Scherpte)
Met deze functie kunt u op digitale wijze ervoor zorgen dat u bij elke signaaltiming een duidelijk beeld hebt. Deze
functie is voortdurend aanpasbaar voor een duidelijk of zachter beeld, afhankelijk van uw voorkeur, en wordt
onafhankelijk ingesteld voor verschillende signaaltimings.
Kleurenbeheersystemen
PICTURE MODE (Beeldmodus)
Hiermee wordt de beeldmodus gewijzigd die het meest geschikt is voor het type inhoud dat wordt weergegeven.
Er zijn 5 beeldmodi beschikbaar die kunnen worden aangepast. Zie het menu Advanced (Geavanceerd) Label1
PICTURE MODE (Beeldmodus) (pagina 18) en "De functie PICTURE MODE (Beeldmodus) gebruiken" (pagina 17)
voor meer informatie.
WHITE (Wit)
Met deze instelling wordt de wittemperatuur aangepast tot NATIVE of een specifi eke kleurtemperatuur. Een lagere
kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins rood, een hogere kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins
blauw. NATIVE is een standaardkleurtemperatuur van het LCD-paneel. 6500K wordt aanbevolen voor algemene
grafi sche ontwerpdoeleinden en 5000K voor afdrukken.
ADJUST (Aanpassen)
HUE (Tint): hiermee past u de tint van elke kleur aan*
de menubalken voor de kleur wordt de mate van aanpassing weergegeven.
OFFSET: Hiermee past u de helderheid van elke kleur aan*
van de kleur neem toe.
SATURATION (Verzadiging): hiermee past u de diepte van elke kleur aan*
de levendigheid van de kleur neemt toe.
*1: ROOD, GEEL, GROEN, CYAAN, BLAUW en MAGENTA.
ADVANCED SETTING (Instelling voor Geavanceerd)
Het menu ADVANCED (Geavanceerd) wordt weergegeven. Raadpleeg pagina 18 voor uitgebreide informatie.
Stel de PICTURE MODE (Beeldmodus) gedetailleerd in Label 1 in de Advanced-handleiding.
De waarde voor FINE
(Fijnafstelling) is onjuist.
1
. De kleurverandering wordt op het scherm weergegeven en in
Nederlands-13
De waarde voor FINE
(Fijnafstelling) is juist.
1
. Druk op de knop "RIGHT" (RECHTS) en de helderheid
1
. Druk op de knop "RIGHT" (RECHTS) en

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Multisync p242w

Inhoudsopgave