7.5 Helderheid afstellen
1. Druk op de afstandsbediening of Controlepaneel, druk [BRT+] om het
meer helder te maken.
2. Druk op de afstandsbediening of controlepaneel, druk [BRT-] om het
beeld donkerder te maken.
7.6 De lamp aan/uitschakelen
Met de afstandsbediening of controlepaneel:
1. Druk [MENU] om het on-screen menu op te roepen.
2. Druk [] of [] om [Setting] te kiezen.
3. Druk [] om [Lamp] modes te kiezen.
4. Druk [] of [] om [ON]/[OFF] te schakelen.
5. Druk [MENU] om te verlaten.
7.7 Automatisch het beeld afstellen naar optimale
helderheid en focale lengte
Met de afstandsbediening:
1. Druk [AUTO TUNE] voor de optimale helderheid en focale lengte.
Met het controlepaneel:
1. Druk [MENU] om het on-screen menu op te roepen.
2. Druk [] of [] om [Display] te kiezen.
3. Druk [] om te kiezen uit de [Auto Tune] modes.
4. Druk [ENTER].
5. Druk [MENU] om te verlaten.
7.8 Beelden bevriezen
1. Druk [FREEZE] op de afstandsbediening om het huidige beeld op het
scherm te bevriezen. Druk opnieuw om te openen.
7.9 Afbeeldingen vastleggen
1. Druk [CAPTURE] op de afstandsbediening of controlepaneel om
beelden vast te leggen en op te slaan.
-
Nederlands
22