• Laat de vulpomp (67) draaien tot er uit de slang van
de afsluitklep (61) vloeistof zonder lucht erin naar bui-
ten komt.
• Open de klep (57), zodat de lucht tussen de kleppen
(61) en (62) kan ontsnappen.
• Sluit de klep (61) en zet het pekelcircuit met de vul-
pomp (67) onder druk. Let erop dat de druk niet
hoger komt dan 3 bar.
• Sluit nu ook de klep (62).
• Schakel de vulpomp (67) uit en verwijder de vulslang.
• Open de veiligheidsklep (60) om een eventuele over-
druk te laten ontsnappen. Het pekelreservoir moet
voor 2/3 met vloeistof zijn gevuld. Zorg ervoor dat de
klep (61) is gesloten.
• Doe eventuele resten van de pekelvloeistof in een ge-
schikt reservoir (bijv. kunststof jerrycan) voor later
bijvullen en geef dit aan de gebruiker, zodat hij het be-
waart.
De verdere ontluchting vindt na de montage van de
manteldelen en de inbedrijfstelling van de warmtepomp
plaats (zie hoofdstuk 7.4).
Peil van de pekelvloeistof controleren
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging!
Het vulpeil is correct als het pekelreser-
voir voor 2/3 is gevuld. Als het peil te
hoog is, kan de installatie beschadigd
raken.
• Vul pekelvloeistof bij, wanneer het niveau zover daalt
dat dit niet meer zichtbaar is in het pekelreservoir.
1
Afb. 5.2 Niveau van het pekelreservoir
Legenda bij afb. 5.2
1
Niveau te laag
2 Niveau correct
Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020072959_00
2
CV- en warmtebronsysteem vullen 5
In de eerste maand na inbedrijfstelling van de installatie
kan het peil van de pekelvloeistof iets dalen, wat heel
normaal is. Het peil kan ook afhankelijk van de tempera-
tuur van de warmtebron variëren, maar het mag nooit
zo ver dalen dat het in het pekelreservoir niet meer
zichtbaar is.
5.3
Bronsysteem (alleen VWW)
Bij gebruik van water als warmtebron vervalt het vullen
van het warmtebronsysteem, aangezien het om een
open systeem gaat.
23