Inhoudsopgave
Advertenties
Installeren van uw draadloze LAN
U kunt de SVG1501 gebruiken als een toegangspunt voor een draadloos LAN (WLAN) zonder de
standaardinstellingen te wijzigen.
OPGELET: Voorkom ongeoorloofd afluisteren of toegang door na de
ingebruikname van uw WLAN draadloze beveiliging te activeren. De
standaardinstellingen bieden geen draadloze beveiliging.
Om de beveiliging van uw WLAN te activeren:
•
Encrypteer draadloze LAN-transmissies
•
Beperk draadloze LAN-toegang om ongeoorloofde WLAN-inbraken nog beter te voorkomen
door middel van de
OPGELET: Geef nooit uw SSID-, WPA- of WEP-wachtzin, of WEP-sleutel aan
iemand die niet geautoriseerd is om uw WLAN te gebruiken.
Probeer de SVG1501 niet te configureren via een draadloze verbinding.
Sluit minstens één computer op de Ethernet-poort van de SVG1501 aan.
Configureer elke draadloze client (station) voor toegang tot de SVG1501.
Plaats draadloze componenten weg van de ramen. Hierdoor verzwakt het signaal buiten de
beoogde zone.
Encrypteren van draadloze LAN-transmissies
Om de ongeoorloofde weergave van via uw WLAN verzonden data te voorkomen moet u uw
draadloze transmissies encrypteren. Kies een van de volgende:
Configureren op de SVG1501
Indien al uw draadloze clients Wi-Fi
Protected Access (WPA) ondersteunen,
beveelt Motorola aan WPA op de
SVG1501 te configureren
Anders configureert u WEP op de
SVG1501
9 • Wireless Pages (Pagina's over draadloze verbindingen)
Pagina draadloos 802.11
Encrypteren van draadloze LAN-transmissies
Vereist op elke draadloze client
Indien u een lokale vooraf gedeelde sleutel (WPA-PSK)-
wachtzin gebruikt, moet u de identieke wachtzin op de
SVG1501 en op elke draadloze client configureren. Bij
instellingen van thuis- en kleine bedrijfsnetwerken
gebruikt u normaal een lokale wachtzin.
U moet identiek dezelfde WEP-sleutel op de SVG1501 en
op elke draadloze client configureren.
toegangsregeling.
B
55
Advertenties
Inhoudsopgave
