Inhoudsopgave
Advertenties
Verwarmingsfunctie
Lage temperatuur ga-
ren
Circulatiegrill
Grill
Warmhouden
Ontdooien
Deeg laten rijzen
Gratineren
Inmaken
Drogen
Borden warmen
ECO Braden
6.4 Een verwarmingsfunctie
starten
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Selecteer het menu Verwarmings-
functies . Bevestig met OK.
3.
Stel de verwarmingsfunctie in. Be-
vestig met OK.
4.
Stel de temperatuur in. Bevestig met
OK.
Druk op
om rechtstreeks naar
het menu Verwarmingsfuncties te
gaan. Te gebruiken als het appa-
raat is ingeschakeld.
Applicatie
Voor het bereiden van zeer mager en mals
gebraden voedsel.
Voor het braden van grotere stukken vlees
of gevogelte met botten op 1 niveau. Ook
om te gratineren en te bruinen.
Om vlak voedsel te grillen en te toasten.
Om eten warm te houden.
Om bevroren gerechten te ontdooien.
Om het deeg te laten rijzen voor het bak-
ken.
Voor het bereiden van gerechten als lasag-
ne of aardappelgratin. Ook voor een bruin
korstje.
Voor de inmaak van groenten zoals augur-
ken.
Voor het drogen van gesneden fruit zoals
appels, pruimen of perziken en groenten,
zoals tomaten, courgette of champignons.
Om een bord voor het serveren op te war-
men.
Dankzij ECO-functies kunt u het energie-
verbruik tijdens het koken optimaliseren.
Het is daarom nodig om de kooktijd eerst
in te stellen. Voor meer informatie over de
aanbevolen instellingen raadpleegt u de
kooktabellen met de equivalente verwarm-
functie.
6.5 Controlelampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie in-
schakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt.
Indicatielampje snelverhitting
Deze functie verkort de opwarmtijd. Als
u de functie wilt activeren, houdt u
seconden ingedrukt. Het controlelampje
voorverwarmen wisselt.
NEDERLANDS
11
3
Advertenties
Inhoudsopgave
