BELICHTINGSMEETMETHODEN
De Leica M biedt u drie meetmethoden:
– in de modus
een sterk centrum-georiënteerde meting.
Classic
Deze methode houdt rekening met het gehele beeldveld, maar de
in het midden geregistreerde onderwerpen bepalen veel sterker
dan de randgebieden de berekening van de belichtingswaarde.
– Hiervoor wordt het door de lichte sluiterlamel van het eerste
sluitergordijn gereflecteerde licht door een fotodiode geregistreerd
en gemeten.
– Met de modus
, ofwel met de Live View-modus (zie p
Advanced
174) naar keuze spot-, centrum-georiënteerde of multi-segment-
meting.
Een voorwaarde hiervoor is de meting met de opnamesensor.
Vereiste voorinstellingen, als u niet met de Live View-modus werkt
1. Selecteer in het hoofdmenu (zie pag. 154/246)
(pagina 1, sectie
Metering Mode
2. in het bijbehorende submenu
–
Sluitermeetmethode voor de hierboven beschreven
Classic
conventionele meetmethode, of
–
Sensormeting, als u zonodig wilt kunnen kiezen
Advanced
tussen de drie meetmethoden die hieronder beschreven staan.
Light
) en
CAMERA
180
Opmerking:
in de Live View-modus zijn altijd de drie meetmethoden beschikbaar,
ook al is Klassisch ingesteld.
Keuze van de meetmethode
1. Kies in het Opnameparameter-menu (zie pag. 154/246)
en
Exposure metering
2. in het bijbehorende submenu de gewenste meetmethode:
–
Slechts een klein gedeelte in het centrum wordt
Spot
geregistreerd en geëvalueerd. Het gebied wordt aangeduid met
een rechthoek in het midden van het LCD-scherm.
–
Vergelijkbaar met de hierboven beschreven
Center-weighted
-centrum-georiënteerd.
Classic
–
Deze meetmethode baseert op de registratie van
Multi-field
meerdere meetwaarden. Ze worden in een algoritme berekend
die aan de situatie is aangepast, wat resulteert in een
belichtingswaarde die is afgestemd op de passende weergave
van het veronderstelde hoofdmotief.
• De ingestelde meetmethode wordt op het LCD-scherm
ingesteld in de Live View- en videomodus en wordt eveneens in
de uitgebreide (
INFO
-) weergave getoond (zie pag. 246)