Draadloos netwerk instellen
Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging
•
De beveiliging is niet op de juiste manier geconfigureerd. Controleer de
beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd.
Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout
•
Uw computer ontvangt geen signaal van uw apparaat. Controleer de
USB-kabel en de stroomtoevoer van de printer.
Verbindingsprobleem - Verbonden bedraad netwerk
•
De printer is verbonden met een netwerkkabel. Koppel de netwerkkabel
los van uw apparaat.
Verbindingsprobleem - Het IP-adres toewijzen
•
Schakel het toegangspunt (of de draadloze router) en het apparaat uit
en weer in.
Fout bij verbinding met pc
•
Het geconfigureerde netwerkadres kan geen verbinding maken tussen
uw computer en het apparaat.
-Voor een DHCP-netwerkomgeving
De printer ontvangt automatisch het IP-adres (DHCP) als de
toewijzingsmethode voor het IP-adres is ingesteld op DHCP.
Als u in DHCP-modus niet kunt afdrukken, wordt het probleem
waarschijnlijk veroorzaakt door het automatisch gewijzigde IP-adres.
Vergelijk het IP-adres van het product met dat van de printerpoort.
Hoe kunt u vergelijken:
1 Druk het netwerkinformatierapport van uw printer af en controleer
het IP-adres (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op
pagina 156).
2 Controleer het IP-adres van de printerpoort op uw computer.
a Klik op het menu Start van Windows.
•In Windows 8: selecteer in
Zoeken >
Instellingen.
b Voor Windows XP Service Pack 3/2003 selecteert u Printers en
faxapparaten.
•Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
•In Windows Server 2008 R2 selecteert u
Hardware > Apparaten en
•In Windows 7/ Windows 8: selecteer achtereenvolgens
Configuratiescherm > Apparaten en
c Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
d Voor Windows XP Service Pack 3/2003/2008/Vista, drukt u op
Eigenschappen.
In Windows 7/Windows 8 of Windows Server 2008 R2: selecteer
in de contextmenu's de optie Eigenschappen van printer.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ►staat,
kunt u andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde
printer selecteren.
e Klik op het tabblad Poort.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Charms(charms) achtereenvolgens
Printers.
Configuratiescherm >
printers.
printers.
183