Draadloos netwerk instellen
4
De achtcijferige PIN-code verschijnt op het display.
U moet binnen twee minuten de achtcijferige PIN-code invoeren op
de computer die is aangesloten op het toegangspunt (of de
draadloze router).
U voert het PIN-nummer van de computer in om verbinding te maken
met het toegangspunt (of de draadloze router), afhankelijk van het
toegangspunt (of de draadloze router) dat u gebruikt. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de draadloze router) dat
u gebruikt voor meer informatie.
5
Volg de instructies op het scherm.
De berichten worden weergegeven op het scherm.
12
Wi-Fi-netwerken gebruiken
Voor u begint moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloos netwerk
kennen, evenals de netwerksleutel als deze is gecodeerd. Deze gegevens
zijn ingesteld toen het toegangspunt (of de draadloze router) werd
geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd bent
met de draadloze omgeving waarin u werkt.
1
Druk op de knop
(Menu) op het bedieningspaneel en selecteer
Netwerk.
2
Druk op Wi-Fi AAN/UIT > AAN.
3
Het apparaat geeft een lijst met beschikbare netwerken. Nadat een
netwerk is geselecteerd, vraagt de printer naar de bijbehorende
beveiligingscode.
4
Selecteer de gewenste Wi-Fi-netwerkoptie.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
171