2.1.5 Laadniveau batterij
a.
: Voldoende capaciteit
b.
: Verminderde capaciteit
c.
: Onvoldoende capaciteit
d.
: Vervangen of opnieuw opladen van de batterij noodzakelijk
2.1.6 Opnameteller
(hoeveelheid resterende foto's)
(bij ontbrekende geheugencapaciteit knippert 0 als waarschuwing)
2.1.7 Indicatie dat de opnamen in het interne geheugen worden opgeslagen
(als er geen geheugenkaart is geplaatst)
2.1.8 Spot-autofocusmeetveld
(als alternatief voor 2.1.9)
2.1.9 Normaal autofocusmeetveld
2.1.10 Indicatie van ingeschakelde spot-belichtingsmeting
2.1.11 Zelfontspanner ingeschakeld/actief
(als alternatief voor 2.1.9/2.1.10/2.1.12)
a.
: 2 seconden vertraging
b.
: 12 seconden vertraging
2.1.12 Vergrote beelduitsnede uit het midden
(verschijnt alleen bij handmatig scherpstellen)
2.1.13 Histogram
(verschijnt alleen indien geactiveerd, geel indien flitsapparaat is ingeschakeld, resp. bij
sluitertijden langer dan 1/2 sec, anders wit)
2.1.14 Flitsbelichtingscompensatie ingesteld, inclusief compensatiewaarde
(verschijnt in het gebied van 2.1.37 met autofocus-modus)
2.1.15 Indicatie van programmawisselfunctie / voor instelling van de langste
sluitertijden met de instelknop
(verschijnt alleen met geprogrammeerde automatische belichting / alleen wanneer de
sluitertijdknop is ingesteld op
2+
2.1.16 Indicatie dat beide waarden verschoven zijn
(verschijnt alleen met programma-automaat en na verschuiving)
)
2.1.17 Sluitertijd
(verschijnt bij handmatige instelling onmiddellijk, d.w.z. in de belichtingsprogramma's
T/M, na het aantippen van de ontspanner bij automatische instelling, d.w.z. in de belich-
tingsprogramma's P/A, rood na vasthouden drukpunt van de ontspanner bij overschrij-
ding van het minimale of maximale instelbereik met de belichtingsprogramma's P/T/A,
anders wit)
2.1.18 Lichtschaal
(alternatief voor 2.1.19, verschijnt alleen bij handmatige instelling van sluitertijd en diafragma)
2.1.19 Afstand / diepte van veldschaal
(verschijnt alleen bij handmatige scherpstelling, met schaal in meter en feet)
2.1.20 Diafragmawaarde
(verschijnt bij handmatige instelling onmiddellijk, d.w.z. in de belichtingsprogramma's
T/M, na het aantippen van de ontspanner bij automatische instelling, d.w.z. in de belich-
tingsprogramma's P/A, rood na vasthouden drukpunt van de ontspanner bij overschrij-
ding van het minimale of maximale instelbereik met de belichtingsprogramma's P/T/A,
anders wit)
2.1.21 Belichtingscorrectie ingesteld, inclusief correctiewaarde
(niet bij handmatige instelling van sluitertijd en diafragma)
2.1.22 Belichting-meetmethode
a.
: meting op het midden geconcentreerd
b.
: multi-veldmeting
c.
: Spotmeten
2.1.23 Automatische belichtingsserie
2.1.24 Beeldstabilisatie
2.1.25 Scherpstellingsmodus
a. AF:
Automatische scherpstelling
b. MF:
Handmatig scherpstellen
91