Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt.
Druk lichtjes op de sluiterknop om de scherpte-instelling en de batterijlading voor
de flitser te bevestigen. Druk de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
[Lichtjes op de sluiterknop drukken]
De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en
camera-instellingen.
Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is
ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het
trillen van de camera (
) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt
u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser
inschakelen.
Opname met tegenlichtcorrectie : Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u
Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van een foto.
Stel de opname samen met behulp van het LCD-scherm.
[De sluiterknop indrukken]
beter niet tegen de zon in fotograferen omdat
de foto anders te donker kan zijn vanwege het
tegenlicht. Als u een opname wilt maken tegen
de zon in, gebruikt u de instelling
[TEGENLICHT] in de scènemodus (zie pagina
22), steunflits (zie pagina 29), spotmeting (zie
pagina 46), of belichtingscorrectie
(zie pagina 49).
Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor
scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp
(zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
[23]