De opnamemodus starten
De modus Handmatig gebruiken
Als u de automatische modus selecteert, worden de optimale instellingen
geconfigureerd voor de camera en kunt u handmatig verschillende functies
configureren.
1. Selecteer de modus Handmatig door op de M-
knop (Modus) te drukken (p.33).
2. Wijs met de camera in de richting van het
onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken
met behulp van het LCD-scherm.
3. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
Raadpleeg pagina's 34-53 voor meer informatie
over de menu's programmamodus.
[20]
De modus ASR gebruiken
Deze modus zal het effect van het trillen van de camera verminderen en u
erbij helpen om een goed-belichte opname in donkere omstandigheden te
krijgen.
1. Kies de modus ASR door op de M-knop (Modus)
te drukken. (p. 33)
2. Richt de camera op het onderwerp en stel de
opname samen door het LCD-scherm te
gebruiken.
3. Druk op de sluiterknop om een opname vast te
leggen.
Aandachtspunten bij gebruik van de ASR-modus
- De digitale zoom werkt niet in de ASR-modus.
- Als het lichter is dan bij fluorescerende verlichting, wordt de ASR-functie niet
geactiveerd.
- Als de lichtomstandigheden donkerder zijn dan bij neonlicht, verschijnt de
bewegingswaarschuwingsindicator (
De beste resultaten krijgt u als u alleen opnamen maakt in situaties waarin de
bewegingswaarschuwingsindicator (
weergegeven.
- Als het onderwerp beweegt, is de opname mogelijk wazig.
- Beweeg niet terwijl het bericht [VASTLEGGEN!] wordt weergegeven om een
goede opname te krijgen.
- Het verwerken van opnamen die zijn gemaakt met behulp van de ASR-modus
duurt mogelijk iets langer, aangezien de ASR-modus gebruik maakt van de
digitale processor van de camera.
).
) van de camera niet wordt